

Bestuur en financiën
Gemeente Zaanstad en haar oorlog tegen een kritische oppositiepartij: de slag om de verkiezingsborden
Dwangsom van € 3000,00 voor verkiezingsborden
Democratisch Zaanstad bestaat 20 jaar. Onze mede inwoners hebben ons in die tijd leren kennen als een kritisch maar op de inhoud gerichte partij. Veel inwoners en bedrijven weten de weg ook naar ons te vinden over van alles en nog wat maar vooral over problemen die zij met de gemeente ervaren. Helaas zijn wij daardoor veelvuldig het mikpunt van allerlei vormen van tegenwerking van de gemeente, van zowel de ambtelijke organisatie als van het college. Hierbij vormen willekeur, machtsmisbruik, niet nakomen van afspraken en het niet houden van wet- en regelgeving helaas geen uitzonderingen. Hier kunnen wij een boek over schrijven.
Een nieuw hoofdstuk: de slag om de verkiezingsborden
In de aanloop naar de verkiezingen hebben wij, net als andere partijen, een intensieve campagne gevoerd. Met een laag opkomstpercentage en laag vertrouwen in de politiek doen wij ons best zoveel mogelijk mede inwoners naar de stembus te krijgen en duidelijk te maken dat er ook een alternatief is voor de ‘oude politiek’. Eén van de middelen hierbij was het plaatsen van verkiezingsborden. Dit waren sandwichborden die wij, veilig en verantwoord, op diverse plaatsen door Zaanstad hadden geplaatst.
Andere partijen waren hier ook creatief in. Zo hadden wij bijvoorbeeld van de POV ook zelf gemaakte borden gezien en was er van Rosa door de stad heen op diverse plaatsen graffiti te zien (tot op de dag van vandaag). Gesterkt door de uitspraak van onze burgemeester jaren voor de verkiezingen waaruit hij duidelijk blijk geeft dat dergelijke initiatieven passen en toegestaan zijn tijdens verkiezingstijd.
Dwangsom en een permanente oplegging
Vlak na het plaatsen van de borden zijn wij op vrijdagmiddag via whatsapp gesommeerd de borden weg te halen onder druk van een dwangsom. Hiervoor hadden we ongeveer drie en een half uur de tijd en als wij bezwaar wilde maken hadden wij een half uur de tijd om deze in te dienen. Dit daarnaast op zeer intimiderende wijze.
Totaal overvallen hebben wij voldaan aan de eis, ware het niet dat niet alle borden nog traceerbaar waren. Omdat er later toch nog borden bleken te staan, kregen wij de dwangsom a € 3.000 opgelegd. Een enorm bedrag zeker voor een kleine, lokale partij. Ook is er een permanente dwangsom: bij elke volgende ‘overtreding’ volgt tot in lengte van dagen weer een dwangsom.
Maar: afspraak met burgemeester dat plaatsen borden wel mocht!
Alhoewel geschrokken, waren wij toch hoopvol. Immers, de burgemeester had immers impliciet toestemming verleent. Hierom hebben wij de nette weg gevolgd en het probleem via de burgemeester op te lossen. Na lang wachten kwam het college met een op het eerste oog sympathieke oplossing: met een excuus aan handhaving zou de dwangsom van tafel zijn!
Echter, hierbij zat een addertje onder het gras: het voorstel is niet op schrift gesteld en de last onder dwangsom zou blijven staan. Hierdoor konden wij niet akkoord gaan met het voorstel.
Onze hoop dat onze burgemeester zich aan zijn eerdere toezegging zou houden bleek dus ijdel.
Vervolg: dure advocaat van de gemeente vs vrijwilligers
Reden voor de gemeente om een dure huisadvocaat op de zaak te zetten. Ook hard nodig, want veel uitzoekwerk in spaarzame vrije tijd levert een onthutsend beeld op. Om kort op te sommen, de gemeente heeft in haar handelen meerdere fouten gemaakt:
1. Verkiezingsborden zijn geen reclameborden en zouden dus eigenlijk mogen. De Algemeen Plaatselijke Verordening was hier onduidelijk in. De wordt APV aangepast waardoor verkiezingsborden wel geplaatst mogen worden.
2. De afdeling handhaving stelt bij dergelijke overtredingen alleen handhaven op te treden als er een handhavingsverzoek is. Deze hebben wij opgevraagd, maar blijkt kennelijk niet te bestaan. Oftewel, handhaving heeft zich niet aan haar eigen regels gehouden en heeft onjuist gehandeld.
3. Willekeur: meerdere partijen hadden in de openbare ruimte uitingen geplaats, waarvan 2 huidige college partijen. U mag raden welke partij wel en welke partijen geen handhaving op hun dak hebben gekregen.
4. Beleid: het is beleid dat de begunstigingstermijn bij een last onder dwangsom drie dagen tot een week is. Bij ons was die nog geen drie en een half uur.
5. Onjuistheden in diverse communicatie: er zijn zoveel fouten gemaakt in de communicatie, waarbij plaatsnamen door elkaar worden gehaald, tijden niet kloppen, informatie niet klopt enz. Dit hoeft u niet te proberen in uw aanvragen met de gemeente.
Het verweer
Dinsdag 7 februari jl. mochten wij in verweer bij de externe hoor- en adviescommissie. Voor ons helaas geen onbekenden, want wij hebben ons vaker tot hen moeten wenden. Onze pleitnota kunt u hier vinden. Hierin staat een uitgebreide opsomming van wat hierboven staat weergegeven.
Het college wil zich niet aan de wet- en regelgeving houden
Voor dit college is onze wet- en regelgeving een cafetaria model. Oftewel, er wordt gekozen aan welke wet- en regelgeving wordt voldaan maar ook bij wie.
Maar het college heeft ook al haar conclusie getrokken. Terwijl ze dat wettelijk wel verplicht is, heeft het college aangegeven zich niets van de externe hoor- en adviescommissie aan te trekken.
Het verbaast ons allemaal niets meer, en dat is een treurige conclusie.
NHD 8 februari 2023:

Grondbeleid
DZ heeft de gemeente diverse keren gewaarschuwd maar helaas, niet geluisterd resultaat een schade van € 575.000 !
Zoals wel vaker waren wij een roepende in de woestijn!

De rechtbank in Haarlem laat geen spaan heel van de verdediging van Zaanstad in een zaak waar in 1996 (!) beloofd is grond en water te leveren aan een bewoner van Zijkanaal E in Westzaan. De gemeente heeft het beloofde perceel niet geleverd, maar wil ook niet voor de schade opdraaien.
De zaak zou verjaard en niet uitvoerbaar zijn terwijl de gemeente niets zou hebben beloofd. En als ze dat wel heeft gedaan, heeft ze haar uiterste beste gedaan om de grond wel te leveren. En ook was het haar schuld niet dat de levering niet is doorgegaan en zou het ook veel te duur worden, ook zijn er nog eens ‘onvoorziene omstandigheden’.
De zaak draait om de verkoop aan Zaanstad van een perceel waar later de brug over zijkanaal E (verbindingsweg Zaandam-Buitenhuizen) gebouwd wordt. In ruil zou de verkoper een ander stuk grond en water kunnen kopen. De gemeente bleek dat perceel echter niet te bezitten. Het was van Rijkswaterstaat. De beloofde levering bleef uit.
De rechtbank maakt de verdediging van Zaanstad met de grond gelijk: de gemeente heeft ‘zonder voorwaarden of voorbehouden’ een koopovereenkomst gesloten en ‘zich verplicht tot levering’. Zaanstad gebruikt volgens de rechtbank ‘gelegenheidsargumenten’ om onder haar verplichting uit te komen. Van verjaring is geen sprake. Van ‘wanprestatie’ wel. Bij één onderdeel merkt de rechtbank woordspelig op dat het beroep van de gemeente ‘kant noch wal’ raakt.
Dat Zaanstad de grond niet heeft kunnen kopen van Rijkswaterstaat klopt ook niet volgens de rechtbank. Zaanstad vond het te duur toen zich in 2017 de kans voordeed om het perceel te kopen. Zaanstad heeft zich vooral ‘afhoudend en ontwijkend’ opgesteld en heeft geprobeerd de beoogde aankoper voor de schade op te laten draaien.
‘In volle eigendom’
De affaire begint in 1996 als de eigenaren van een woonboot langs de Kanaaldijk in Westzaan benaderd worden, omdat Zaanstad een brug over Zijkanaal E wil leggen. De woonboot zou naar een andere plek aan het zijkanaal verplaatst kunnen worden, de rechtbank:
‘Medewerking aan de verplaatsing werd voor [de eigenaren] aantrekkelijk gemaakt door hen de mogelijkheid te bieden om een perceel grond en (te dempen) water aan te kopen waarop dan een bedrijfsopstal en/of woning zou kunnen worden gebouwd. Het betrokken perceel was nog geen eigendom van de gemeente.’
Dat laatste wordt het probleem. De overeenkomst die op 9 juli 1996 wordt getekend, bevat een artikel dat tijdens de rechtszaak de hoofdrol zal spelen. Over de nieuwe plek van de bewoners wordt vastgelegd:
‘de gemeente zal de door [eigenaar] gedempte oppervlakte water, alsmede de door hem in gebruik genomen oppervlakte oever/berm aan [eigenaar] in volle eigendom overdragen tegen een koopsom van f 25,- per vierkante meter water en f 50,- per vierkante meter grond.’
Die verkoop ‘vindt plaats uiterlijk vier weken nadat de percelen water en oever/berm in eigendom van de Gemeente zijn overgedragen.’ Want op dat moment is het perceel nog eigendom van Rijkswaterstaat. Zaanstad gaat de nieuwe plek ‘planologisch accomoderen’, de eigenaren mogen daar een garage of werkplaats bouwen.
Levering
In 1999 vraagt de eigenaar bij het Ministerie van Financiën ‘om levering van de oever en het water’. Het Ministerie schrijft dat er nog werd onderhandeld over de overdracht van zijkanaal E.
In 2011, dus elf jaar later, vraagt de eigenaar aan de gemeente hoe het zit. Zaanstad zegt nog steeds geen eigenaar te zijn:
‘wij kunnen ook niets aan u overdragen. Uit de overeenkomst blijkt geen inspanningsplicht voor de gemeente om tot aankoop van de desbetreffende gronden over te gaan.’
Dat laatste wordt door de beoogde eigenaren bestreden. In de overeenkomst staat toch dat Zaanstad het perceel ‘in volle eigendom [zal] overdragen’?
Wanprestatie
In 2016 wordt opnieuw om levering gevraagd:
‘Tussen uw gemeente en ons bestaan schriftelijke afspraken, waaronder de verkoop door u en aankoop door ons van een perceel grond. De koopovereenkomst onroerende zaken is door u en ons getekend op 9 juli 1996’.
Wanneer kan de levering plaatsvinden? Zaanstad reageert gedecideerd: ‘Deze grond is echter van Rijkswaterstaat en kan derhalve door de gemeente niet geleverd worden.’ De gemeente wordt ook een beetje boos, de gedupeerde woonboot-bezitter moet niet zo zeuren:
‘In 2011 geeft u bij de gemeente aan dat u uitvoering van de overeenkomst wenst. Daarop hebben wij u geschreven dat wij de grond welke u huurt van Rijkswaterstaat, niet over kunnen dragen, omdat wij geen eigenaar zijn van de betreffende grond. Nu is het inmiddels weer 5 jaar later en vraagt u nogmaals om levering van de grond. Wederom delen wij u mede dat wij geen eigenaar zijn (geworden) van de grond en ook geen eigenaar zullen worden (…) Wij kunnen en zullen de grond derhalve niet aan u leveren.’
De eisers gaan ook een andere toon aanslaan. Bij de gemeente worden via de Wet Openbaarheid van Bestuur alle stukken opgevraagd, wordt de gemeente van wanprestatie beschuldigd en een schadevergoeding aangekondigd als de grond niet geleverd wordt.
2017: ‘bereidheid’
Uit correspondentie tussen de gemeente en Rijkswaterstaat (RWS) uit 2017 tot en met 2019 ‘is gebleken dat zij met elkaar in gesprek waren’, RWS wil “het landdeel” aan de gemeente verkopen en misschien wel het gehele zijkanaal E overdragen aan de gemeente.
‘Binnen de directie van WNN [RWS West-Nederland-Noord] is er zeker de bereidheid om mee te denken in een oplossing voor de situatie die is ontstaan doordat Zaanstad niet kan leveren (…) De oplossing die wij voorstellen is dat WNN het landdeel overtollig stelt’.
Zo’n verkoop moet dan via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gaan, maar die kunnen wel een hogere ‘marktconforme’ prijs vragen dan waar Zaanstad op gerekend had. ‘Daar moeten we het even over hebben’ schrijft de ambtenaar van RWS, ‘We hopen dat dit helpt in het oplossen van het probleem’.
Zaanstad vreest dat het geld gaat kosten: de eerder genoemde prijzen zijn ‘niet meer marktconform volgens deze tijd’. En bovendien ‘staat er geen clausule in de brief dat wij het bedrag kunnen indexeren.’
Rot & Van der Laan
Ook in 2017 bemoeien de toen nog gezworen vrienden Harrie van der Laan (Partij voor Ouderen en Veiligheid) en Juliette Rot (DZ) zich met de zaak. Ook verschijnt er een artikel in het NHD. Daarom weten we ook wie de gedupeerde is: de heer Chris van der Zee. Rot en Van der Laan pakken uit: ‘Meneer van der Zee heeft al 20 jaar geduld met de gemeente Zaanstad.’
‘Tot onze verbazing ontvangt hij een schrijven namens burgemeester Faber waarin wordt vermeld dat de gemeente Zaanstad niet over kan gaan tot levering aan de heer van der Zee omdat de grond niet in eigendom is van de gemeente Zaanstad. Daar moet hij het maar mee doen. Dit getuigd niet van behoorlijk bestuur. Overeenkomst is overeenkomst.’
In 2017 is er een debat met wethouder Addy Verschuren, die volgens Rot en Van der Laan een ‘wazig verhaal’ houdt. Volgens Verschuren is er helemaal geen koopovereenkomst. Er is wel een ‘overeenkomst’ waarin zou staan dat ‘na levering van de grond door Rijkswaterstaat de gronden worden doorgeleverd aan de heer Van der Zee’.
Voorbehoud
Daar gaat Verschuren in de fout, want die passage staat niet in het contract. Er staat in dat de nieuwe ‘ligplaats eerst na verhuizing van W.S.V. Bruynzeel zal worden ingericht’ en dat het perceel in ‘vol eigendom’ zal worden overgedragen nadat de percelen ‘in eigendom van de Gemeente zijn overgedragen’. Verschuren moest ‘helaas’ wel toegeven dat er ‘een duidelijker voorbehoud’ in het contract opgenomen had kunnen worden.
Verschuren gaat met RWS praten maar licht daarover – voor zover wij kunnen zien – de raad niet in. In juli 2019 komen Van der Laan en Rot er nog eens op terug: ‘Heeft u ondertussen de grond (en water) al aan de heer van der Zee geleverd? Zo nee, waarom niet en waarom heeft u ons hier niet over geïnformeerd?’
In september 2019 zit er een nieuwe wethouder, Natasja Groothuismink (ROSA). Zij zegt toe ‘de raad middels een brief te informeren over het standpunt van het College in deze zaak. In deze brief worden ook mogelijke opties en de globale kosten hiervan inzichtelijk gemaakt.’
Deze brief hebben wij niet in de stukken kunnen terugvinden. Vier stukken over de zaak (uit 2020) zijn door de gemeente tot 1 januari 2026 geheim verklaard. Of deze daarbij zit is onbekend. De rondvraag over de zaak is niet terug te kijken op de website van Zaanstad.
UPDATE 8.55 uur: er is wel een Raadinformatiebrief van wethouder Krieger uit april 2020 waarin die schrijft dat de gemeente ‘geen (leverings)verplichting’ heeft. Volgens RWS ‘was het niet mogelijk om rechtstreeks aan de gemeente (of een ander) te verkopen. Verkoop vindt alleen plaats door middel van een openbare aanbesteding en versnipperde losse grondverkoop is daarnaast niet gewenst’. Dat wordt dus ingewikkeld en duur. De eiser maakt vervolgens een taxatie van € 610.000 schade. Dat wil Zaanstad niet betalen.
‘Vrijblijvend’
In een mail van 7 februari 2018 schrijft de gemeente aan RWS: ‘Bij deze bevestig ik de afspraken die wij zojuist telefonisch hebben gemaakt: 1. RWS is bereid het landdeel van dhr. X aan de gemeente te verkopen.’ RWS eist wel actie van Zaanstad:
‘In je mail schrijf je dat de wethouder instemt met een gesprek. Dat lijkt wel erg vrijblijvend. Het zijn wel gesprekken welke er op gericht zijn om er met elkaar uit te komen. Wat betreft de verkoop door RWS is het goed om te vermelden dat uiteindelijk RVB gaat over de prijsvorming en contracteren van de partijen. RWS draagt na splitsing het dossier over aan het RVB. Uiteraard zal door RWS de geschiedenis worden meegegeven en de gemeente voordragen als koper.’
Advocaat
Geregeld zou je denken. Maar Zaanstad krabbelt terug. Er wordt heen-en-weer gemaild over de overdracht van het hele zijkanaal en over de verkoop via het RVB. Maar er gebeurt niks.
In juni 2019 vraagt advocaat mr. Hülya Elmas namens de eigenaar ‘wederom om nakoming van de overeenkomst’. Met meer juridisch geschut, in de brief is ook een ingebrekestelling opgenomen. Zaanstad wordt aansprakelijk gesteld voor de schade.
Maar Zaanstad vindt dat zij zich voldoende heeft ingespannen om te proberen het perceel te verwerven. RWS wil en zal het perceel niet verkopen aan de gemeente.
Ook na een gesprek tussen de eisers en wethouder Natasja Groothuismink in 2020 is er geen overeenstemming: ‘Uw voorstel is besproken in het college van B&W. Wij hebben op 22 april jl. besloten dat wij geen basis zien om verder te onderhandelen en dat wij de kwestie als gesloten beschouwen.’
Dagvaarding
In april 2022 waarschuwt advocaat mr. Hülya Elmas de nieuwe (huidige) gemeenteraad:
‘Doordat de gemeente met cliënten een contract is aangegaan en de overeenkomst niet nakomt, lijkt een rechtszaak onafwendbaar. Cliënten zenden u de dagvaarding tegen uw gemeente in concept toe en verzoeken u voor de laatste maal om tot een oplossing te komen zonder dat de dagvaarding daadwerkelijk met een deurwaarder bij uw gemeente moet worden betekend en daarna het juridisch geschil aan de rechtbank wordt gestuurd.’
Elmas schrijft dat haar cliënten liever een oplossing dan een (kostbare) rechtszaak zien, en vraagt wat de raad daarvan vindt. Dat heeft dus niet tot resultaat geleid.
Naar de rechter
Als de bestuursrechter vindt dat de zaak daar niet thuishoort verhuist de claim naar de ‘gewone’ burgerlijke rechter. Dat gebeurt in 2023 als de gemeente gedagvaard wordt. Een jaar later dient de eigenaar een schadeclaim in die door de gemeente afgewezen wordt.
En dan zijn we aangeland bij de recente rechtszaak. De beoogde eigenaren stellen dat de koopafspraak uit 1996 niet is nagekomen en eisen een schadevergoeding: de gemeente levert een wanprestatie en heeft onrechtmatig gehandeld.
Zaanstad bestrijdt alle claims en vraagt de rechtbank de eiser meteen ook maar te veroordelen tot het betalen van de kosten van de rechtszaak. Zaanstad heeft helemaal geen ‘inspanningsverplichting’ om de grond te leveren, bovendien hebben ze zich wel ingespannen, RWS wil niet meewerken, als Zaanstad wel zou willen leveren zou dat tot ‘buitenproportionele kosten voor de Gemeente leiden’, bovendien is de vordering verjaard en kan Zaanstad er niks aan doen en er zijn ook nog ‘onvoorziene omstandigheden’.
Niet verjaard
De rechtbank maakt gehakt van de argumenten van de gemeente. Zaanstad heeft een ‘koopovereenkomst zonder voorwaarden of voorbehouden’ afgesloten. Dat het uiteindelijk niet gelukt is doet niet ter zake: ‘De Gemeente heeft zich verplicht tot levering van een onroerende zaak waarbij beide partijen ervan uitgingen dat de Gemeente op korte termijn eigenaar van die onroerende zaak zou worden’.
De gemeente heeft zich volgens de rechtbank ‘wel degelijk verplicht om een bepaald resultaat te bereiken, te weten de eigendomsoverdracht van de betrokken onroerende zaken’.
Verjaard is het ook niet volgens de rechtbank terwijl er ook geen sprake is van ‘onvoorziene omstandigheden’. Zaanstad heeft zich vanaf het moment dat de koper eiste dat er geleverd werd ‘afhoudend en ontwijkend gereageerd’. Conclusie:
‘De rechtbank concludeert naar aanleiding van het voorgaande dat de Gemeente de overeenkomst had moeten nakomen, en dat zij, indien nakoming niet langer mogelijk is, de schade van als gevolg van het niet nakomen van de afspraken door de Gemeente dient te vergoeden.’
Schade
Schadevergoeding dus. Door de gedupeerde eigenaren wordt zo’n € 700.000 geëist voor geleden schade en ook nog eens € 450.000 voor toekomstige schade als de huur wordt opgezegd. Daarin gaat de rechtbank niet volledig mee. Een schadevergoeding van € 540.000 wordt wel toegekend (daarin zit ruim € 22.000 voor rechtsbijstand).
Daar komt ook nog eens ruim € 32.000 wettelijke rente bij. Als de huur wordt opgezegd kan er nog eens € 180.000 schade opleveren voor Zaanstad. Ook moet de gemeente € 3.656,40 aan proceskosten betalen. Totale schade tot nu toe € 575.000.*
Zaanstad beraadt zich nog op juridische stappen. (De Orkaan heeft gevraagd of die stappen genomen gaan worden).
* Eerder liet wethouder René Tuijn weten dat het om een schade van € 580.000 zou gaan. Het verschil zou kunnen liggen in de berekening van een jaar wettelijke rente (omdat boete per april 2024 is toegekend). Als het om bestuurlijke zaken gaat is die 6 procent, bij handelsconflicten 11 procent. Of dat laatste percentage van toepassing is hebben we aan Zaanstad gevraagd.
Bron: De Orkaan
Bedrijfsvoering
Integriteitsklacht burgemeester Hamming uitgebreid
Burgemeester poogt regie te nemen en bemoeit zich onterecht met het proces van de gemeenteraad.

Burgemeester Jan Hamming van Zaanstad probeert de raadsafwikkeling van de integriteitsklacht te kapen. Gemeenteraadslid Juliëtte Esmée Rot heeft haar klacht tegen de burgemeester uitgebreid, waarbij ze stelt dat Hamming zich naar willekeur conformeert aan het meldprotocol en zich onterecht bemoeit met het proces van de gemeenteraad. Dit roept vragen op over bestuurlijke integriteit en transparantie binnen de gemeente. Lees verder voor alle details.
Geachte collega’s, (van de gemeenteraad)
Als vervolg op de eerder bij u ingediende integriteitsklacht jegens burgemeester Hamming, betreffende het voortraject van het externe integriteitsonderzoek naar mijn handelen als gemeenteraadslid, zend ik u hierbij een aanvulling op mijn eerder schrijven, ditmaal over het ‘na-traject’.
Zoals feitelijk wordt onderbouwd in de klacht over het voortraject, stelt burgemeester Hamming de ene keer wel en de andere keer niet van het ‘Meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad’ uit te gaan.
Feit is in ieder geval, dat burgemeester Hamming zich niet conformeert aan het protocol in het voortraject.
In het conceptrapport van Necker, wordt onterecht het meldprotocol niet tot het normenkader gerekend, waardoor het weinig integere handelen van de burgemeester in het voortraject geen onderdeel is geworden van het onderzoek.
Voor Necker bestaat het normenkader van de gemeente slechts uit de ‘Gedragscode integriteit Gemeente Zaanstad’.
Burgemeester Hamming reageert in zijn, door mij ontvangen zienswijze op het conceptrapport, als volgt; “doet u (=Necker) op heldere wijze verslag van het normenkader rondom de onderzoeksvraag” en “Immers is het door u gehanteerde geldende normenkader ook de toetssteen die ik dien te hanteren in de uitoefening van mijn plicht tot het bevorderen van de bestuurlijke integriteit van de gemeente”.
Burgemeester Hamming is akkoord gegaan met een door Necker vastgesteld normenkader, waarbij het ‘Meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad’ wordt uitgesloten.
Ook dat blijkt weer van tijdelijke aard te zijn. Tot mijn grote verbazing blijkt het protocol na het onderzoek, wel weer onderdeel van het normenkader van burgemeester Hamming uit te maken, zoals in zijn uitnodiging aan uw presidium te lezen is:
”Conform het ‘meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad’ maak ik van de gelegenheid gebruik om u te informeren en te klankborden over het te doorlopen proces de komende weken.”
Het meldprotocol stelt: “Vormt, op verzoek van de burgemeester, een klankbord waarmee burgemeester tussentijds kan overleggen over melding, vooronderzoek, onderzoek en/of beoordelingen. Terughoudendheid is hierin geboden zodat integriteitskwesties niet onnodige onderwerp worden van de politiek.”
Het meldprotocol stelt verder: “De burgemeester informeert, in afstemming met de politiek ambtsdrager, de gemeenteraad. Het is de taak van de gemeenteraad om zich op basis van het onderzoeksrapport een oordeel te vormen over de feiten.”
Het meldprotocol stelt verder: “Indien het gaat om het handelen van een raadslid legt de burgemeester de onderzoeksresultaten voor aan de gemeenteraad met daarbij een gemotiveerd zwaarteoordeel. De gemeenteraad vormt zich vervolgens een oordeel over de onderzoeksbevindingen en geeft een advies over de consequenties.”
Het is helder dat het ‘klankborden’ bedoeld is om voorafgaande aan het onderzoek, of tussentijds plaats te vinden, maar niet nadat het onderzoek is afgerond en over de uitkomst van het onderzoek door de gemeenteraad een oordeel geveld moet worden en ook niet om te adviseren over het te doorlopen proces aan de kant van de raad. De uitnodiging van de burgemeester, waarbij hij een stappenplan voor de gemeenteraad opstelt is, is niet de bevoegdheid noch de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Daarmee wekt de burgemeester de sterke schijn, dat hij de regie over het gehele proces wenst te houden.
Burgemeester Hamming is niet alleen de opsteller en aangever van de melding die de aanleiding vormt van dit onderzoek, maar ook gelijktijdig de beoordelaar van de melding en wenst nu ook de regie te nemen over het proces dat voorbehouden is aan de gemeenteraad middels beïnvloeding.
Door het uitschrijven van een extra presidium, slechts kort daarvoor het rapport te openbaren en ook nog eens niet op de datum die, volgens de mededeling in zijn email van 28 maart jl. per gelijke datum aan u verstrekt zou worden.
Dit betekent dat het rapport niet eerder dan 31 maart a.s. (of later) in uw bezit zal zijn, gevolgd door een ‘annotatie’ waarvoor het meldprotocol geen ruimte biedt, dan een presidium waarvoor het meldprotocol geen ruimte biedt en dan de publicatie van het rapport, gevolgd door een raadsvoorstel op 4 april a.s.
Deze handelswijze is totaal ongepast en tegen de vastgestelde en dus na te leven regels. De enige rol die burgemeester Hamming toekomt, is het toezenden van het rapport inclusief zijn zwaarte oordeel, de rest is aan de gemeenteraad.
Het feit dat burgemeester Hamming zich nu ineens wel conformeert naar het meldprotocol, is opmerkelijk. Nog opmerkelijker is dat na het openbaren van het onderzoeksrapport, de burgemeester achteraf wil ‘klankborden’, ‘adviseren over verdere verloop van het procesgedeelte van de raad’ en vervolgens ook nog eens ‘annotaties’, kort voor de vergadering van het presidium, aan de raadsleden wil doen toekomen. Niets van dit alles is onderdeel van het meldprotocol en staat in schril contrast met de “eigen rolbeleving en uitvoering” die hij bezigt in zijn zienswijze op het rapport maar blijkbaar niet voor hemzelf geldt.
In plaats van ‘annotaties’ opstellen, dient burgemeester Hamming, conform het meldprotocol, een “gemotiveerd zwaarte oordeel” te geven zodat de gemeenteraad vervolgens “een oordeel over de onderzoeksbevindingen kan vormen”.
Dit selectief gebruik van het meldprotocol en het willen ‘klankborden’, ‘adviseren’, zenden van ‘annotaties’, proberen zich daarmee binnen te dringen in het procesdeel wat de raad en het daarmee vorm te geven, wekt de schijn dat burgemeester Hamming ieder besef van integer handelen is verloren, de regie van het proces wenst te behouden, en beïnvloeding van het oordeel van de raad nastreeft.
Ik heb burgemeester Hamming per email verzocht het onderzoeksrapport per direct te openbaren, zijn “zwaarte oordeel” aan de raad toe te sturen en het voor de rest aan de raad over te laten zoals het meldprotocol vereist.
Het voorgaande beschrevene zend ik u toe als aanvulling op de eerder door mij ingediende integriteitsklacht.
Met vriendelijke groet,
Juliëtte Esmée Rot.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Pot-Jan-dikkie-nog-es-an-toe-zeg
Een pilot om een Krommenieër buurt van het gas af te halen is het nieuwe plan. Er is een tekort aan elektriciteit en in het kader van vraag en aanbod zal er meer elektriciteitsverbruik worden en zal de elektriciteit daardoor voor iedereen duurder worden

We hadden het kunnen weten. Om de verkoop van veel te dure elektrische auto’s te stimuleren gaat minister Madlener van infrastructuur het gebruik van de conventionele benzineauto nog duurder maken. En dat omdat de klimaatdrammers van D66 zo nodig willen weten wat Madlener gaat doen aan de dalende verkoopcijfers van E-auto’s.
Er verdwijnen veel van de belastingvoordelen voor elektrische rijders. Sinds januari is de aanschafsubsidie al afgeschaft en worden elektrische wagens niet langer vrijgesteld van wegenbelasting. Vanaf 2026 wordt het bijtellingstarief voor elektrische auto’s gelijk aan dat voor brandstofauto’s en wordt de wegenbelasting dan opnieuw verhoogd, naar driekwart van het reguliere tarief.
De gewone man zal nooit een elektrische auto kunnen bekostigen. Zeker niet nu ook de voordelen van zijn zonnepanelen hem eerder zijn afgenomen. De gewone man moet en zal ieder voordeel worden ontnomen om de klimaatdoelstellingen te halen.
De in Nederland toch al veel te hoge benzineprijzen gaan €0,26 omhoog. Het is ronduit schandalig!
Madlener is blij met de opkomst van de elektrische auto: het voertuig scoort immers ‘enorm goed’ wat betreft de uitstoot van stikstof, fijnstof en CO₂. Het afschaffen van de belastingvoordelen is volgens hem jammer, maar financieel noodzakelijk. Hij begrijpt dat dit het vertrouwen van elektrische rijders in dit kabinet niet ten goede komt. ‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’, aldus de minister.
Dus wat te doen? Het vertrouwen van benzinerijder Jan Modaal in dit kabinet moet gelijkwaardig aan dat van de E-rijders dalen. Samen uit samen thuis, toch?
In Den Haag vergeet men klaarblijkelijk dat voor al die elektrische batterijen grondstoffen nodig zijn die elders in de wereld uit oerwoudgrond moeten worden gehaald. Daardoor worden CO2 vreters en zuurstofmakers (bomen) in razend tempo gekapt. Om de kosten van de batterijen te drukken laten we ze in China maken. Lekker goedkoop en goed voor de Chinese economie. Als die goedkope batterijen in Europa in auto’s, scooters of fietsen worden gebouwd zijn ze ondertussen al drie keer zo duur geworden. Ach, alles voor de klimaatdoelstellingen in dat kleine stipje op de wereldkaart: Nederland.
Daar gooit de de mopperende burger de economie niet plat. Daar slaakt de burger een diepe zucht en werkt hij/zij zijn/haar rug kapot en zijn/haar humeur om zeep om het klimaatgezwets van politici te bekostigen.
In Zaanstad denkt men ook niet mee met de eigen inwoners. Er worden overal elektrische laadpalen geplaatst en daarbij twee parkeerplaatsen gereserveerd voor E-auto’s. Vervolgens staan die palen er maandenlang ongebruikt met een vuilniszak over de P-borden, want er is geen E beschikbaar.
In Zaanstad doen ze graag mee met het drammen.
Een pilot om een Krommenieër buurt van het gas af te halen is het nieuwe plan. Er is een tekort aan elektriciteit en in het kader van vraag en aanbod zal er meer elektriciteitsverbruik worden en zal de elektriciteit daardoor voor iedereen duurder worden.
Mijn advies: weiger mee te doen met die pilot. Laat je als bewoners niet een subsidie of ander voordeel beloven, want je weet; opeens vervalt iedere belofte en betaal je je blauw. Sta er in ieder geval op dat de gasleiding aangesloten blijft liggen, zodat je zo weer terug kan als de kluit belazerd wordt.
Laat de overheid eerst maar eens voor heel Nederland de zaakjes goed op orde maken voordat ze de welwillende burgers in het ongeluk storten. Laat ze eerst de schade die de Ruttes, Kaagjes, Jettes en Timmermannen in de afgelopen jaren hebben aangericht weer repareren, voordat we nog één zuurverdiende euro van de belastingbetaler gaan uitgeven aan dit soort onzekere projecten.
Pot-Jan-dikkie-nog-es-an-toe-zeg. (En dan houd ik me nog in)
Fijne week
Johan Philips

- Bedrijfsvoering1 maand geleden
Integriteitsklacht burgemeester Hamming uitgebreid
- DZ1 maand geleden
Integriteit onder druk: Feiten of Interpretatie?
- DZ3 weken geleden
Democratisch Zaanstad stapt op tijdens raad over integriteitsonderzoek
- ZaanZappen met Johan Philips2 maanden geleden
Leegstand is verhuren
- ZaanZappen met Johan Philips2 maanden geleden
Een Zaanse Burgemeester
- Weerstandsvermogen en risicobeheersing1 maand geleden
Pot-Jan-dikkie-nog-es-an-toe-zeg
- ZaanZappen met Johan Philips1 maand geleden
Behalve in Zaanstad
- Onderwijs, jeugd en zorg1 maand geleden
De jeugd heeft de toekomst