Bedrijfsvoering
De Gevoelens en Feiten van Burgemeester Hamming inzake zijn integriteitsmelding
Fractievoorzitter Juliëtte Esmée Rot zegt medewerking aan onderzoek integriteitsschending op.
Burgemeester Hamming meende een integriteit melding over Fractievoorzitter Juliëtte Esmée Rot te moeten doen. Het lijkt erop dat Burgemeester Hamming zijn gevoel niet weet om te zetten in feiten. De feiten zouden moeten worden gevonden bij twee personen, waarmee Burgemeester Hamming zelf in rechtszaken verwikkeld is of was. In plaats dat het Meldpunt integriteit de “feiten” aangebracht door de Burgemeester ging onderzoeken, was het meldpunt zelf op zoek naar feiten die de melding van Burgemeester Hamming zouden kunnen onderbouwen. Dat dit niet gelukt is blijkt uit de vragen van onderzoeksbureau Necker die, gegeven de onderzoeksvragen, geen door Burgemeester Hamming aangebrachte feiten, kan onderzoeken en zelf op zoek is naar feiten.
Fractievoorzitter Juliëtte Esmée Rot is klaar met het verzoeken om concrete feiten waar zij zich tegen kan verweren. En heeft besloten om niet verder mee te werken aan het feiten zoeken en is in afwachting van de rapportages met bijbehorend kostenplaatje, op kosten van de gemeenschap.
Hieronder treft u de brief van fractievoorzitter Juliëtte Esmée Rot aan Burgemeester Hamming aan waarin zij haar besluit toelicht:
Beste Burgemeester Hamming,
Betreft: Opzegging medewerking onderzoek naar vermeende integriteitsschending.
Hoogleraar Douwe Jan Elzinga, beschrijft in zijn column voor de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden op 18 oktober 2022, hoe gemeenten, het omgaan met de verboden handelingen uit artikel 15 van de Gemeentewet, beter kunnen vastleggen voor hun raadsleden.
De kern van zijn betoog is dat het een complexe materie betreft, waarbij deze complexe materie verbonden is met de enige en verregaande consequentie, namelijk een vervallenverklaring van het lidmaatschap van de gemeenteraad. Hoogleraar Douwe Jan Elzinga benadrukt de belangrijke rol van procedures en protocollen.
U stelt zelf, deze procedures en protocollen, als uitgangspunt van uw handelen, te hanteren.
Daarom zal ik in deze brief uw handelen langs die geïnstitutionaliseerde procedures en protocollen leggen.
Artikel 3 van het Gentle Agreement, vereist zorgvuldigheid tegenover de vermeende schender.
Bij de uitnodiging voor gesprek op 3 juni 2024, ontbrak de vermelding van het feit dat het een gesprek over mijn integriteit betrof. Pas na diverse verzoeken tot concretisering van de uitnodiging, werd iets meer duidelijk over de agenda behorende bij dit gesprek, maar het werd niet duidelijk dat het een gesprek over mijn integriteit betrof.
Het Meld- en Onderzoeksprotocol Integriteit Politieke Ambtsdragers van de Gemeente Zaanstad (hierna: Meld- en Onderzoeksprotocol), stelt in paragraaf 1.3 Rollen en Verantwoordelijkheden, het volgende over de rol van de burgemeester: “Geeft als er sprake is van een concreet vermoeden van een integriteitsschending opdracht voor integriteitsonderzoek naar het handelen van de betreffende politieke ambtsdrager.”
U kon tijdens voornoemd gesprek, geen concreet vermoeden van integriteitsschending beschrijven. U had het over uw gevoel gebaseerd op aannames, waarbij u uw aannames van de ene zaak ook nog eens abusievelijk met de andere zaak verbond.
Dat is op zich al niet in lijn met het Meld- en Onderzoeksprotocol, maar u bent nota bene zelf de melder, die toch een concreet vermoeden zou moeten kunnen onderbouwen.
Hoofdstuk 4 van het protocol, vereist dat ik op de hoogte gesteld word van de vermeende schending en vervolgens dien ik daar mijn visie etc. op te geven. Aannames uwerzijds zijn geen concreet vermoeden van integriteitsschending en daar kan ik mijn visie dan ook niet op geven.
Tevens heb ik u diverse malen verzocht om uw aantijgingen te concretiseren. Volgens uw email van de dag na het gesprek, vervult u uw rol volgens de Gentle Agreement in en tegelijkertijd, wenst u de aantijgingen niet nader te concretiseren. Dat is niet in lijn met principe drie van het Gentle Agreement namelijk, “Zorgvuldigheid tegenover de vermeende schender”.
Onderdeel van de rol van de burgemeester, is het doen van onderzoek. Een verzoek van de vermeende schender om concretisering zodat zij haar visie kan geven, wat onderdeel van een onderzoek moet zijn, doet u teniet door éénzijdig uw onderzoek af te sluiten en door te stellen dat u uw aantijgingen laat onderzoeken door een extern bureau. U bekrachtigt uw éénzijdige afsluiting door te stellen dat u door het inschakelen van een extern bureau, niet meer in staat bent om met mij te communiceren. Dit wordt nergens opgelegd en tast duidelijk mijn rechtsbescherming aan, zeker gegeven het feit dat u uw aantijgingen niet met feiten onderbouwt.
Gegeven het feit dat u uw vermoedens van uw iPad oplas, de aanwezige gemeentesecretaris geen woord gezegd heeft maar het gesprek wel nauwkeurig vastlegde in haar notitieboek, verzocht ik u op 04-06-2024 voorgaande te overleggen, hetgeen u weigerde. Uw argument was, dat u een extern onderzoeksbureau inschakelt, dit terwijl er nog geen validatie door het meldpunt integriteit had plaatsgevonden. Er is op dat moment dus nog sprake van de fase van vooronderzoek, waarmee u het mij onmogelijk maakt om inzicht te krijgen in uw aantijgingen en mij daar tegen te verweren. Later is ook gebleken dat het Meldpunt Integriteit mij niet heeft uitgenodigd voor wederhoor.
Door uw weigering werd ik gedwongen om vervolgens een WOO-verzoek in te dienen om alsnog de informatie te krijgen. Uw besluit op dit WOO-verzoek, was dat dit verzoek niet gehonoreerd wordt, met als argument “In het belang van het onderzoek en de objectiviteit ervan beantwoord ik lopende het onderzoek geen vragen hieromtrent.”
U verstrekt de aantijgingen en onderbouwing daarvan wel aan het onderzoeksbureau maar niet aan de vermeende schender.
Ook heeft u, één dag na het gesprek al besloten, om een extern bureau in te schakelen. Op Trumpiaanse wijze overtuigd van uw eigen gelijk, gaat u voor het gemak ook maar voorbij aan vereiste 2.1 van het Meld- en Onderzoeksprotocol, waarin is vastgelegd dat u eerst de melding ter validatie naar het Meldpunt Integriteit dient te doen. U treedt op weinig integere wijze de protocollen van de gemeente Zaanstad met voeten.
Hoe integer is het om zowel als melder op te treden om vervolgens een oordeel over je eigen melding te vellen.
Ook mailt u één dag na het gesprek, de gehele raad naar aanleiding van uw“besluit om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren”. Deze mogelijkheid wordt door de procedures en protocollen, die u zogenaamd volgt, niet geboden, waarbij opgemerkt kan worden, dat u op dat moment niet in de positie bent om te bepalen dat via een onafhankelijk onderzoek, de zaak afgewikkeld dient te worden.
Blijkbaar komt u later tot het inzicht dat het Meldpunt Integriteit ook nog een rol heeft en de melding dient te valideren.
Op 11 juni 2024 verzocht ik het meldpunt het volgende: “Graag ontvang ik de melding van een ‘concreet vermoeden van integriteitsschending” zodat ook ik weet waar het over gaat.
Dezelfde dag ontving ik de volgende reactie van het Meldpunt: “Wat precies de onderbouwing van een mogelijk onderzoek is, zijn we momenteel nog aan het onderzoeken.”
Het meldpunt dient uw onderbouwing (feiten en omstandigheden) te onderzoeken en niet te onderzoeken, wat de onderbouwing van een mogelijk onderzoek kan zijn.
Blijkbaar heeft u het Meldpunt ook geen onderbouwing van uw melding gegeven net zoals u mij geen onderbouwing geeft.
Het Meld- en Onderzoeksprotocol zegt het volgende: ”De coördinator Integriteit doet in samenwerking met de gemeentesecretaris en/of griffier vooronderzoek om de melding te valideren. Is in afstemming met gemeentesecretaris en griffier tussenpersoon als de burgemeester besluit het integriteitsonderzoek door een extern bureau uit te laten voeren.”
In het Gentle Agreement staat in hoofdstuk 4 over het vooronderzoek: “Als er een vooronderzoek naar een vermeende schending wordt ingesteld, wordt het verdachte raadslid in principe altijd op de hoogte gesteld en gevraagd naar zijn visie, argumenten en motieven. Daar wordt alleen van afgeweken als het om een ernstige schending gaat en het eventuele vervolgonderzoek in gevaar komt als het verdachte raadslid op de hoogte gesteld wordt.”
Ik ben niet uitgenodigd door de Coördinator Integriteit in het kader van wederhoor.
Helaas worden ook in dit geval de protocollen niet nageleefd.
Verder wordt in het Gentle Agreement gesteld in hoofdstuk 4: ”Als er een vervolgonderzoek wordt ingesteld, wordt dat altijd besproken met het fractievoorzittersoverleg.”
Het bespreken heeft u gemakshalve vertaald in een melding via een email d.d. 26-06-2024, dat er een vervolgonderzoek wordt ingesteld.
Helaas worden ook in dit geval de protocollen niet nageleefd.
Het Meld- en Onderzoeksprotocol zegt het volgende: “De betrokken politieke ambtsdrager wordt over het besluit tot het instellen van een onderzoek met voorrang mondeling en in een brief geïnformeerd. In de brief is in ieder geval opgenomen een omschrijving van het vermeende handelen of nalaten dat aanleiding is tot het instellen”
U stuurt een dergelijke brief waarin u schrijft: “Op mijn verzoek hebben wij een gesprek gehad op 3 juni 2024. Daarin heb ik mijn zorgen geuit over uw handelen in relatie tot inwoners. In dat gesprek heb ik aan de hand van recente voorbeelden en voorbeelden van langer geleden aan u uitgelegd dat uw handelen mogelijk in strijd kan zijn met de gedragscode die geldt voor de raadsleden van Zaanstad.” en“Van het gesprek is geen verslag gemaakt.”
Helaas worden ook in dit geval de protocollen niet nageleefd.
Als gevolg van het niet willen concretiseren van de onderbouwing van het vermoeden van integriteitsschending, het niet bespreken met het fractievoorzittersoverleg, refereren aan een gesprek wat niet genotuleerd is, als onderbouwing van uw melding, en dan ook nog eens oordelen over je eigen melding kan ik concluderen dat u niet voldoet aan twee van de drie principes van het Gentle Agreement.
Te weten: onpartijdige handhaving, u bent melder van de melding en besluit vervolgens zelf dat er een vervolgonderzoek gedaan moet worden, wat u al één dag na het gesprek stelde zonder een validatie door het Meldpunt Integriteit en u bespreekt het vervolgens niet met het fractievoorzittersoverleg. U legt daarmee minimaal de schijn van partijdige handhaving op u.
Gegeven de niet-concrete duiding van uw vermoeden van integriteitsschending, kan ik wel vaststellen dat het twee zaken betreft waarbij u zelf in rechtszaken betrokken was of bent en dat versterkt de schijn dat u het principe van “onpartijdige handhaving”, niet naleeft. Tevens wekt u de schijn dat u niet voldoet aan artikel 1 van de “Gedragscode voor de burgemeester van Zaanstad: De burgemeester mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen …”
Het andere principe van het Gentle Agreement dat u niet naleeft, is het principe van “zorgvuldigheid tegenover de vermeende schender”. De vermoedens van integriteitsschending zoals geuit in het gesprek van 3 juni 2024, na het gesprek niet concretiseren en zelfs niet concretiseren in de kennisgeving, is verre van zorgvuldig.
Op basis van het voorgaande stel ik niet alleen vast dat u de procedures en protocollen wanneer het u uitkomt niet volgt, maar ook dat u niet voldoet aan de volgende “Algemene beginselen van behoorlijk bestuur”
Motiveringsbeginsel | 3:46 | Algemene wet bestuursrecht |
Zorgvuldigheidsbeginsel | 3:2 | Algemene wet bestuursrecht |
Evenredigheidsbeginsel | 3:4 | Algemene wet bestuursrecht |
Verbod op vooringenomenheid | 2:4 | Algemene wet bestuursrecht |
Verbod van détournement de pouvoir | 3:3 | Algemene wet bestuursrecht |
Op 30 juli 2024 kreeg ik een verzoek van onderzoekbureau Necker van Naem (hierna: onderzoekbureau Necker), voorzien van een akkoordverklaring, zonder enige concrete informatie, betreffende het onderzoek. Necker stelt: “Necker Integriteit op geen enkele wijze aansprakelijk kan worden gehouden voor de inhoud en gevolgen van de uitvoering van de in dit document omschreven werkzaamheden en het daaruit volgende rapport’’
Om de zaken te concretiseren, heb ik op 31 juli 2024, een aantal inhoudelijke vragen gesteld, die niet beantwoord zijn door onderzoeksbureau Necker. Door onderzoekbureau Necker werd gesteld dat mijn vragen niet schriftelijk beantwoord werden.
Uit de brief van onderzoeksbureau Necker blijkt dat er een melding van een derde is. Deze melding van een derde is niet eerder kenbaar gemaakt door u. Onderzoeksbureau Necker meldt: “De door de gemeente ontvangen en door een derde ingediende melding over mw. Rot zal geen navolging krijgen met een onderzoek maar zal als relevant signaal beschouwd worden.”
Wederom wordt geen inzicht gegeven in wat, hoe en waarom, maar het is wel een relevant signaal voor het onderzoeksbureau Necker. Blijkbaar meld u onderzoeksbureau Necker zaken die u mij niet kenbaar heeft gemaakt in het gesprek van 3 juni.
De onderzoeksvragen van onderzoeksbureau Necker luiden als volgt:
“Feiten en omstandigheden
- Welke interactie heeft er plaatsgevonden tussen raadslid mw. Rot, de gemeente en de betrokken inwoners?
- Heeft raadslid mw. Rot opgetreden als behartiger van de belangen van één of meerdere specifieke belangen van de betrokken inwoners van de gemeente?
- Zo ja, op welke wijze heeft raadslid mw. Rot invulling gegeven aan deze belangenbehartiging?’’
Onderzoeksbureau Necker gaat dus niet de door u aangedragen aantijgingen en omstandigheden onderzoeken. Maar het onderzoeksbureau gaat de feiten en omstandigheden voor u zoeken.
U begrijpt dat ik niet meer wens mee te werken aan uw weinig integere handelen, dat niet gebaseerd is op enig concreet feit, waarmee uw hele handelen, de schijn heeft van het nastreven van uw persoonlijke belang in het kader van de twee rechtszaken, waarin u verwikkeld was of bent.
Twee rechtszaken die gerelateerd zijn of waren, aan twee personen waarmee ik zogenaamd niet integer gehandeld heb, volgens uw aantijgingen.
Inmiddels voer ik al 21 jaar mijn werkzaamheden in de politiek op éénzelfde wijze uit, zonder enige klacht. Nu ineens in twee gevallen wel. Gevallen waarbij u zelf, middels rechtszaken, betrokken bent of was. Deze gevallen wenst u niet te concretiseren en vervolgens leeft u de procedures en protocollen niet na, bij de afwikkeling van deze gevallen.
De gang van zaken heeft er de schijn van, dat de schadelijke gevolgen die een integriteitsmelding sowieso heeft, belangrijker is, dan het volgen van de procedures en protocollen. Zeker gegeven de mededelingen die u op ongepaste momenten aan het verkeerde orgaan doet.
Uw stellingen dat u de procedures en protocollen volgt, worden niet ondersteunt door uw feitelijke handelen.
Het lijkt mij dat u het artikel van Hoogleraar Douwe Jan Elzinga niet heeft begrepen of wilt begrijpen.
Ik denk dat ik namens de kiezers die op mij hebben gestemd, de wens mag uitspreken dat u uw energie in het vervolg, niet focust op een kritisch raadslid die naar de bewoners luistert, maar zult focussen op de gemeentelijke organisatie. Dat kost de inwoners van Zaanstad geen geld en levert de inwoners vermoedelijk, betere dienstverlening op.
Met belangstelling kijk ik uit naar de rapportage van onderzoeksbureau Necker en het bijbehorende kostenplaatje van het onderzoek. Het rapport en het kostenplaatje zal ik ongecensureerd publiceren op onze website: www.democratischzaanstad.nl.
Ik wil u dan ook verzoeken om de (kosten) begroting van onderzoeksbureau Necker mij te doen toekomen.
Hoogachtend,
Juliëtte Esmée Rot.
Lees meer over Integriteit
Bedrijfsvoering
Alom onduidelijkheid over aanklacht integriteit fractievoorzitter DZ
Commissaris van de Koning beoordeeld integriteitsklacht jegens Burgemeester Hamming.
Na een aantal verzoeken van DZ om informatie van de gemeente, wordt er eindelijk iets meer duidelijk over het betichten van mogelijke belangenverstrengeling van onze fractievoorzitter Juliëtte Rot, door Burgemeester Hamming.
Het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad meldt DZ het volgende:
“De aanleiding voor een onderzoek is door de burgemeester geuite zorgen over uw handelen inzake o.a. de kwestie met dhr. Van Groeningen en de kwestie met de familie Groen die volgens de burgemeester mogelijk (de schijn van) belangenverstrengeling in zich hebben en uw verzoek om een integriteitsonderzoek.”
“Op basis van het eerder genoemde meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers is de eerste stap dat we nagaan of er sprake is van een concreet vermoeden van een integriteitsschending. De zogenaamde validatiefase. Dit willen we zorgvuldig doen door de melder, in dit geval burgemeester, te horen.”
Het is DZ duidelijk geworden dat Burgemeester Hamming zelf melder is van integriteits schendingen aan het meldingspuntintegriteit.
Helaas heeft deze melder, aan onze fractievoorzitter Juliëtte Rot, tot op de dag van vandaag, nog steeds niet concreet gemaakt waar de integriteitsschendingen en belangverstrengelingen uit bestaan.
Democratisch Zaanstad is dan ook benieuwd of Burgemeester Hamming door de validatiefase van het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad komt.
Het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad bevestigd in haar mail de stelling van onze fractievoorzitter Juliëtte Rot, dat Juliëtte zelf heeft verzocht om een integriteitsonderzoek en niet zoals de Burgemeester meldde aan de Gemeenteraad, dat de Burgemeester zelf het onderzoek initieerde.
Deze bevestiging van het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad heeft de fractievoorzitter doorgeleid naar de gemeentelijke ombudsman om een klacht over de Burgemeester in te dienen.
De gemeentelijke ombudsman heeft op zijn beurt aan DZ gemeld, dat hij de Commissaris van de Koning inmiddels heeft geïnformeerd, om de integriteitsklacht jegens Burgemeester Hamming te beoordelen.
Bedrijfsvoering
Integriteitsklacht ingediend over Burgemeester Hamming
Burgemeester Hamming informeert de raad niet conform de feitelijke gang van zaken en is daarbij niet integer.
In een e-mail aan de burgemeester schrijft Juliëtte Esmée Rot, fractievoorzitter van Democratisch Zaanstad (DZ), dat zij een integriteitsklacht heeft ingediend over Burgemeester Hamming.
In het gesprek van afgelopen maandag met haar, bediende Burgemeester Hamming zich slechts van stellingen en aannames waarop raadslid Rot respondeerde met het verzoek tot formalisering en een integriteitsonderzoek ter zake.
Burgemeester Hamming stelde echter in zijn brief aan de gemeenteraad dat de Burgemeester zelf het integriteitsonderzoek initieerde.
Deze stelling van Burgemeester Hamming is niet conform de feitelijke gang van zaken en niet integer.
Wat de reden is waarom raadslid Rot een integriteitsklacht bij de ombudsman heeft neergelegd over dit handelen van de Burgemeester.
De klacht en brief:
Bedrijfsvoering
Vertrouwen openbaar bestuur loopt deuk op vanwege inzet ambt wethouder Slegers (CDA) voor politiek gewin in verkiezingstijd
Het college eiste van Democratisch Zaanstad excuses, maar gaat zelf over de schreef
Al eerder is bericht en door diverse media geschreven, over de problemen die Democratisch Zaanstad ondervindt in haar relatie met de gemeente en specifiek over hoe de gemeente om is gegaan met door ons geplaatste verkiezingsborden.
Afgelopen week is er nieuwe informatie naar boven gekomen die ons verontrust en waaruit blijkt dat de gemeente en wethouder Slegers, destijds tevens lijsttrekker van het CDA, zijn functie heeft ingezet om handhaving af te dwingen, op de door ons geplaatste verkiezingsborden, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.
De laatste ontwikkelingen
Over de voorgeschiedenis is veel gezegd en geschreven. Na de hoorzitting van 7 februari 2023 is na doorvragen nieuwe informatie naar boven gekomen, die ons beeld bevestigen dat de gemeente en de wethouder zich niet aan eigen regels houden, waardoor er sprake is van integriteitsschending en verlies van vertrouwen in het openbaar bestuur.
Eén van onze bezwaren is dat, volgens de interpretatie van de gemeente, het plaatsen van verkiezingsborden een overtreding is waar op basis van een formeel schriftelijk handhavingsverzoek op mag worden gehandhaafd. Dit handhavingsverzoek blijkt er uiteindelijk, na veelvuldig doorvragen, niet te zijn waardoor de juridische basis voor deze hele zaak wegvalt. Afgerond zou je zeggen. Maar waarom er dan wel is gehandhaafd heeft ons geschokt.
Het college eiste van Democratisch Zaanstad excuses, maar gaat zelf over de schreef
In antwoord op onze vragen blijkt dat de afdeling handhaving in actie is gekomen n.a.v. een telefonisch verzoek van wethouder Slegers, tevens op dat moment lijsttrekker van het CDA. Hiermee is niet alleen de afdeling handhaving de fout in gegaan (het betreft immers geen formeel schriftelijk verzoek), ook is wethouder Slegers zijn bevoegdheid te buiten gegaan.
Sterker nog, in campagnetijd heeft hij zijn positie als wethouder ingezet voor eigen politiek gewin, waardoor sprake is van (de schijn van) niet integer handelen.
Maar het is niet bij een telefoontje gebleven, ook de locaties van de borden heeft de wethouder aan de afdeling handhaving doorgegeven, voorzien van controlevragen om te weten te komen of de borden wel echt weggehaald waren.
Er is ons gevraagd om onze excuses aan de afdeling handhaving aan te bieden, zodat wij de dwangsom niet zouden hoeven betalen, terwijl de last op dwangsom wel voor onbepaalde tijd geldt (nu nog!). Vooral vanwege het laatste konden wij hier niet mee akkoord gaan. En wij zijn blij dat wij niet akkoord zijn gegaan, want het blijken vooral de gemeente en de lijsttrekker van het CDA te zijn die over de schreef zijn gegaan.
Ruim een jaar voorgelogen
We zijn inmiddels ruim een jaar verder. Het heeft Democratisch Zaanstad veel tijd gekost om goed onderbouwd aan te geven dat deze dwangsom onterecht is opgelegd. Ook heeft Democratisch Zaanstad al ruim een jaar geprobeerd alle stukken op te vragen bij de gemeente, waaronder dus het vermeende handhavingsverzoek.
Deze kwam maar niet, mailtjes van de afdeling handhaving en juridische zaken gaven eerder aan dat er niets was of er werd gemeld ‘dat DZ het niet nodig zou hebben om haar zaak te kunnen onderbouwen’. Pas na veelvuldig doorvragen kregen we de appjes binnen waarin duidelijk werd dat wethouder Slegers opdracht heeft gegeven tot het verwijderen van de borden en het handhaven op de borden.
Zowel de afdeling handhaving als wethouder Slegers hebben hier, ondanks veelvuldige vragen, niet eerder openheid van zaken gegeven. Dit maakt dat het vertrouwen in de wethouder en de afdeling handhaving en juridische zaken een flinke deuk heeft opgelopen.
Al eerder bleek ook dat onze zienswijze die wij vorig jaar hebben geschreven toen de dwangsom werd opgelegd, niet meegestuurd was door de organisatie naar de externe hoor -en adviescommissie en ook de whatsapps van wethouder Slegers is deze commissie voor haar oordeelsvorming over de zaak, onthouden.
Om deze reden zullen wij een interpellatiedebat aanvragen en het behoeft verder weinig uitleg dat het vertrouwen in het college ernstig is geschaad.
- Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid1 maand geleden
Erfpachtschade kan in de miljoenen lopen
- ZaanZappen met Johan Philips2 maanden geleden
De Inwoner wacht op antwoord
- ZaanZappen met Johan Philips2 maanden geleden
Zware beroepen
- Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid1 maand geleden
Democratisch Zaanstad struikelt over aanpak slecht begaanbare stoepen
- Sport & cultuur4 weken geleden
Sloop historisch pandje Heiligeweg 7 Krommenie roept vragen op bij DZ
- ZaanZappen met Johan Philips1 maand geleden
Thuisbatterij? Vergeet het maar
- ZaanZappen met Johan Philips1 maand geleden
Boter Kaas en Eieren
- ZaanZappen met Johan Philips3 weken geleden
Duurzaammisselijk