Maak verbinding op social met ons:
Zichtbaar, Verbindend, Dienstbaar

• Zichtbaar

• Verbindend

• Dienstbaar

Integriteitsklacht burgemeester Hamming uitgebreid
Integriteitsklacht burgemeester Hamming uitgebreid

Burgemeester poogt regie te nemen en bemoeit zich onterecht met het proces van de gemeenteraad.

Pot-Jan-dikkie-nog-es-an-toe-zeg
Pot-Jan-dikkie-nog-es-an-toe-zeg

Een pilot om een Krommenieër buurt van het gas af te halen is het nieuwe plan. Er is een tekort aan elektriciteit en in het kader van vraag en aanbod zal er meer elektriciteitsverbruik worden en zal de elektriciteit daardoor voor iedereen duurder worden

Integriteit onder druk: Feiten of Interpretatie?
Integriteit onder druk: Feiten of Interpretatie?

Hoe waarheidsvinding en persoonlijke perceptie botsen in ethische besluitvorming.

Zaans, Onafhankelijk, Daadkrachtig

• Zaans

• Onafhankelijk

• Daadkrachtig

De jeugd heeft de toekomst
De jeugd heeft de toekomst

Jongeren zien het wel zitten om de politiek in te gaan.

DZ benieuwd naar daadwerkelijke effectiviteit van cameratoezicht
DZ benieuwd naar daadwerkelijke effectiviteit van cameratoezicht

DZ vraagt zich af of ‘de staat of de straat’ de baas is in verschillende wijken en dorpen

Rechter geeft raadslid Juliëtte Rot voor de tweede keer gelijk in ‘mailgate’
Rechter geeft raadslid Juliëtte Rot voor de tweede keer gelijk in ‘mailgate’

Een besluit om geen besluit te nemen, is ook een besluit, vindt Rot. De rechtbank is het met haar eens.

Vooruitgang, Verbinding, Veerkracht

• Vooruitgang

• Verbinding

• Veerkracht

Zaanstad herdenkt de Februaristaking
Zaanstad herdenkt de Februaristaking

Staakt!!! Staakt!!! Staakt!!! Dat was de oproep die verzetsmensen op 25 februari 1941 in Amsterdam verspreidden.

Rechtszaak Juliëtte Rot tegen College van B&W
Rechtszaak Juliëtte Rot tegen College van B&W

Burgemeester Hamming vraagt raadsleden om signalen over ondermijning en andere gevoelige zaken door te geven en nu gooit hij die op straat.

Rechtszaak Raadslid Juliëtte Rot
Rechtszaak Raadslid Juliëtte Rot

Op vrijdag 10 januari 2025 zal raadslid Juliëtte Rot van Democratisch Zaanstad  bij de Rechtbank in Haarlem (bestuursrecht) verschijnen, om gehoord te worden m.b.t. de gemeente Zaanstad, die e-mails tussen Burgemeester Hamming en Juliëtte openbaar gemaakt heeft

Vooruitgang, Verbinding, Veerkracht

• Durf

• Daadkracht

• Doelgericht

De Gevoelens en Feiten van Burgemeester Hamming inzake zijn integriteitsmelding
De Gevoelens en Feiten van Burgemeester Hamming inzake zijn integriteitsmelding

Fractievoorzitter Juliëtte Esmée Rot zegt medewerking aan onderzoek integriteitsschending op.

Vragen DZ over misstanden in Zaandamse winkel: waarom geen sluiting?
Vragen DZ over misstanden in Zaandamse winkel: waarom geen sluiting?

DZ wil meer inzicht in de regelgeving voor en procedures bij overtredingen van arbeidswetgeving naar aanleiding van een serie misstanden in een winkel in Zaandam.

Ontevredenheid over functioneren EBS blijft
Ontevredenheid over functioneren EBS blijft

Ontevredenheid over het functioneren van EBS bereikt bij fracties in de raad punt dat ze vervroegd van de concessiehouder af willen

Nieuws

DZ stuurt noodkreet over participatie bij bouwplannen in Zaanstad naar commissaris van de Koning.

Via een open brief heeft Democratisch Zaanstad de commissaris van de Koning gisteren verzocht om tot het opstellen en uitbrengen van een advies aan de gemeente Zaanstad, ten aanzien van de Provinciale toezicht domeinen ‘informatiebeheer’ en ‘omgeving’.

Gepubliceerd

op

Via een open brief heeft Democratisch Zaanstad de commissaris van de Koning gisteren verzocht om tot het opstellen en uitbrengen van een advies aan de gemeente Zaanstad, ten aanzien van de Provinciale toezicht domeinen ‘informatiebeheer’ en ‘omgeving’. In dit advies zouden de aspecten zoals beschreven in deze brief wat ons betreft aan bod moeten komen, waarbij ook de vraag over financiële haalbaarheid en consequenties voor Zaanstad onderzocht zou moeten worden.

Democratisch Zaanstad heeft de afgelopen jaren tevergeefs geprobeerd om het college van Zaanstad ervan te overtuigen dat zij haar taken als hoeder van de belangen van al haar inwoners, ten aanzien van participatie, structureel verwaarloosd. De gemeente dient zich bij al haar handelen te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Met het ontbreken van een zorgvuldige belangenafweging tussen het publieke belang, versus private belangen en een concreet vastgelegd participatiebeleid, verankerd in planprocessen, schendt zij deze beginselen.

De toepassing van participatie faalt in Zaanstad structureel, door het ontbreken van concreet beleid. De belangen van bewoners worden ondergeschikt gemaakt aan private belangen. Daarnaast bestaat er grote onduidelijkheid over de financiële consequenties voor Zaanstad van alle geplande bouwplannen. Voldoende draagvlak voor bouwplannen is volgens Democratisch Zaanstad een belangrijk uitgangspunt en zou niet afhankelijk moeten zijn van politieke processen.

Volgens de wet Interbestuurlijk toezicht op gemeenten, is de Provincie onder meer toezichthouder ten aanzien van ruimtelijke ordening, bouwen en huisvesting en is dit toezicht gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken.

Brief:

Aan de Commissaris van de Koning, de hoogedelgestrenge heer Th. H. van Dijk

Postbus 3007

2001 DA HAARLEM

Juliëtte Esmée Rot, Fractievoorzitter Democratisch Zaanstad

Onderwerp: Participatie bij bouwprojecten in de Gemeente Zaanstad

Zaandam, 6 maart 2022

Hoogedelgestrenge heer van Dijk,

De gemeente Zaanstad faciliteert sinds 2016 een groot aantal bouwplannen onder de noemer ‘Maak.Zaanstad’. Dit project liet voorafgaande aan de start al een geprognotiseerd verlies zien van 100 miljoen euro. In 2017 werd ten behoeve van dit programma een notitie opgesteld waarin als belangrijke doelstelling was opgenomen dat belanghebbenden ‘meepraten maar niet meebeslissen’. De afgelopen maanden is er een duidelijk beeld ontstaan dat deze doelstelling voor grote problemen zorgt ten aanzien van participatie bij de verschillende bouwplannen, met onvrede, weerstand van omwonenden en betrokkenen en zelfs juridische procedures als gevolg. En dat geheel in strijd met een duidelijke afspraak tussen het huidige college en Democratisch Zaanstad met als doel om het aantal juridische procedures te verminderen en zo veel als mogelijk te voorkomen.

De conclusie is dat de zorgplicht die het college van Zaanstad heeft voor al haar burgers wordt verzaakt als het gaat om de nieuwbouwplannen van Zaanstad. Het college gaat bij deze plannen aantoonbaar niet voor het algemeen belang en een zorgvuldige belangenafweging van het belang van omwonenden die te maken krijgen met de negatieve effecten van deze nieuwbouw. Vooral de belangen van de private partijen wegen zwaarder dan de publieke belangen, ten koste van de belangen van de omwonenden.

Voordat ik als gemeenteraadslid van de gemeente Zaanstad in zal gaan op een aantal specifieke voorbeelden waarbij participatie geheel ontbrak of mislukt is, wil ik voor de context van dit schrijven een aantal relevante feiten en omstandigheden benoemen.

Algemene relevante feiten en omstandigheden

Vooruitlopend op de invoering van de omgevingswet werkt de gemeente Zaanstad zoveel mogelijk in de ‘geest van de omgevingswet’ zoals zij dit zelf omschrijft. Dit betekent in Zaanstad dat de gemeente het participatieproces aan de ontwikkelaar laat (qua organisatie en afwikkeling daarvan). De gemeente blijft echter verantwoordelijk voor het afwegen van de belangen van de omwonenden in het besluitvormingsproces.  In de praktijk is de gemeente Zaanstad mede-eigenaar van bouwplannen en schaadt dit de objectiviteit van de beoordeling van een ontwikkeling en worden belangen van bewoners, zonder uitzondering ondergeschikt gemaakt aan zowel de ‘bouwopgave’ als de ontwikkelaar. De verschillende partijen in een plangebied hebben allemaal het beste voor met de ontwikkeling, alleen hebben ze verschillende, soms tegenstrijdige belangen, én verschillende visies op wat nodig is om dat ‘beste voor het gebied’ te laten ontstaan.

Het is in het belang van zowel de ontwikkelaar als de gemeente om tot overeenstemming te komen met belanghebbenden die betrokken zijn bij de verschillende bouwplannen. Het is daarom onlogisch dat er geen eenduidige en heldere werkwijze opgesteld is voor participatie bij ruimtelijke ordening in gemeente Zaanstad, met duidelijke spelregels en bijbehorend afwegingsinstrumentarium. In de praktijk wordt niet duidelijk op basis van welke objectieve criteria, de mate van het belang dat bewoners hebben bij een bouwplan, wordt vastgesteld.

Voorbeelden van concrete bouwplannen binnen het project Maak.Zaanstad, waarbij participatie ontbreekt dan wel niet succesvol is vormgegeven/uitgevoerd (niet uitputtend opgesomd):

  1. Ontwikkeling jachthaven Dukra

Omschrijving casus: In januari 2021 werden omwonenden van jachthaven Dukra tijdens een informatiebijeenkomst overvallen met een volledig uitgewerkt plan. Gemeente en ontwikkelaar bleken 4 jaar met elkaar te hebben gewerkt aan het plan voor een ingrijpende transformatie tot “Marinapark Houthaven”. Begin 2018 was hiervoor zelfs al akkoord van de gemeentelijk supervisor. De ontwikkelaar bleek Dukra te hebben gekocht als ontwikkellocatie. Het initiatief voor een gemengd programma inclusief o.a. drijvende woningen was afkomstig van de gemeente. Ook bleek dat de gemeente de ontwikkelaar had afgeraden eerder in contact te treden met direct omwonenden. Het plan is in strijd met het huidige bestemmingsplan en heeft een grote impact op de buurt. De gemeente heeft nu voor de tweede maal een externe procesbegeleider ingehuurd voor een participatietraject “achteraf”. Er is echter nog geen overeenstemming over het participatieplan. Direct omwonenden zijn van mening dat de randvoorwaarden voor een deugdelijk participatietraject nog niet ingevuld zijn, waaronder heldere kaders en een goede informatievoorziening. De eerste externe partij gaf de opdracht overigens terug wegens gebrek aan vertrouwen om een dergelijk traject te kunnen realiseren.

  • 2. Bouwplan Badhuisweg, Zaandam

Omschrijving casus: Na eerdere bouwplannen (2004) in dit plangebied, werden omwonenden in september 2020 geconfronteerd met een bouwplan van 120 woningen. Dit bouwplan blijkt op verzoek van de gemeente, door een corporatie, zonder enige inspraak, tot stand te zijn gebracht. Ook dit project is in stilte ontwikkeld vanaf 2018 waarbij de finale versie als vaststaand feit aan bewoners werd gepresenteerd zonder enige participatie. Er werd achteraf een participatiedocument opgesteld om deze omissie te repareren. Ook is niet aantoonbaar gemaakt dat het project financieel rendabel is.

  • 3.Herontwikkeling Peperstraat, Zaandam

Omschrijving casus: De gemeente Zaanstad heeft het initiatief genomen voor sloop. In 2019 kregen bewoners van de Peperstraat (fase 1) per brief de mededing dat zij hun woning kwijt zouden raken vanwege nieuwbouw op deze locatie,  bestaande uit een op dit moment nog steeds niet vaststaand aantal nieuwbouwwoningen. Ook in deze casus is geen sprake geweest van participatie en daarbij is niet feitelijk aantoonbaar gemaakt dat het project financieel rendabel is. Eind 2021 nam de gemeenteraad in meerderheid het besluit om akkoord te gaan met de bouwplannen, zonder woongarantie voor de bestaande bewoners.

  • 4. ‘Kan aan de Zaan’, Zaandam

Omschrijving casus: De werkgroep ‘KanBETERbijdeWitteOlifant’ heeft grote bezwaren tegen het gepresenteerde ‘Kan aan de Zaan’ en heeft dit gemeente op 25 november 2019 kenbaar gemaakt via een e-mail aan gemeenteraad en college. Het bouwplan betreft een gebouw van 13 verdiepingen wordt gesitueerd op 19 meter vanaf de ‘Witte Olifant’. De belanghebbenden geven aan dat met hen nooit overlegd is over het bouwplan. De werkgroep geeft aan te vrezen voor schaduwwerking en verhoogde windbelasting, met mogelijke schade aan de Witte Olifant tot gevolg. In de afgegeven omgevingsvergunning voor de Witte Olifant staan waarden van de geluidsbelasting van het spoorwegverkeer, na een door de werkgroep verrichte meting, is geconstateerd dat deze waarden hoger zijn dan in de omgevingsvergunning is vermeld. Het bouwen van een 13 verdiepingen hoog gebouw op 19 meter afstand van de Witte Olifant, zal weerkaatsing en nagalm veroorzaken op de voorgevel, waardoor de geluidsbelasting nog hoger gaat worden, zo vreest de werkgroep.

  • 5. Ontwikkeling IKC Overtuinen/ Marga Klompéstraat, Zaandam

Omschrijving casus: Belanghebbenden willen zorgen dat er een verkeersafwikkeling komt bij de nieuwbouw van een school en niet in hun straat. Stelselmatig wordt hen informatie onthouden. Om deze reden voelen zij zich genoodzaakt tot het indienen van Wob-verzoeken. Zij dienen ook een handhavingsverzoek in om de verplichte (op grond van de verleende omgevingsvergunning) 58 parkeerplaatsen te realiseren. Deze parkeerplaatsen worden uiteindelijk aangelegd. Vervolgens werd hun handhavingsverzoek afgewezen om reden dat er bij een schouw ter plaatse, ‘opeens’ 58 parkeerplaatsen gerealiseerd bleken te zijn.

  • 6.Gebiedsvisie Balkenhaventerrein, Zaandam

Omschrijving casus: In 2013 sloot gemeente Zaanstad met een projectontwikkelaar een intentieovereenkomst die onder meer betrekking had op de vrijstaande woning en bijbehorende grond (+\- 3000 m2) van een familie aldaar. In deze overeenkomst was letterlijk opgenomen dat de projectontwikkelaar “zich zal inspannen om de aan de (…) [familie] in eigendom toebehorende delen van de locatie in eigendom te verwerven”. De familie wist op dat moment echter van niets en kwam hier pas veel later achter.
Daarbij heeft de familie geen vrije toegang tot hun huis. De ontwikkelaar plaatste namelijk een elektrische poort op de enige openbare weg die toegang geeft tot hun woning. De gemeente heeft dit hek (evenals andere zaken) naderhand gelegaliseerd. Elke keer als de familie het hek wil openen, moeten zij bellen naar een inbelservice. Hierover is een programma gemaakt door BNNVARA aflevering, Het hek van de Hemkade. (link: https://episode-one.com/productions/opstandelingen-seizoen-2/
Diezelfde projectontwikkelaar kan mogelijk ook bewerkstelligen dat bewonerskamp Zaanderhorn (kermisexploitanten) moet wijken voor zijn plannen. Dit terwijl de gemeente de locatie van de kermisexploitanten sinds 1924 officieel en dus legaal aan hen heeft toegewezen als stand- en dus woonplaats. Tevens is een gedeelte van een openbare weg van het Zaanderhorn aan de projectontwikkelaar verhuurd, hetgeen in strijd is met de geldende wet -en regelgeving.

Participatie of acceptatie, het verschil is het hebben van daadwerkelijke invloed

Participatie is succesvol wanneer de participatie van invloed is en dus een aanwijsbaar effect heeft op het voorliggende plan. Doel van participatie zou moeten zijn om tot een gedragen plan te komen. Bewoners kunnen hun mening uiten, maar het is van belang dat deze inbreng ook daadwerkelijk leidt tot het onderdeel uitmaken van een plan, dan wel tot aanpassing van een plan leidt.

Bezwaren van bewoners zijn grofweg:

  • Zij worden niet of te laat bij de planvorming -en ontwikkeling van een bouwplan betrokken. De gemeente hoort hun inbreng aan, maar zet dit niet om in concrete aanpassing van een plan;
  • De criteria op basis waarvan belanghebbenden meer of minder invloed hebben op plannen wordt niet duidelijk gemaakt door de gemeente, in veel gevallen wordt ook niet duidelijk gemaakt op basis waarvan belanghebbenden als zodanig worden aangeduid, los van de criteria in de Awb (Algemene Wet Bestuursrecht;
  • Belanghebbenden evenals gemeenteraadsleden moeten regelmatig Wob-verzoeken indienen om informatie te ontvangen. De gemeente voldoet niet aan haar, middels de middels de Gemeentewet en Wet openbaarheid van bestuur (die per 1 mei 2022 wordt vervangen door de Wet open overheid), verplicht gestelde, ‘actieve informatieplicht’. Tevens worden gedane toezeggingen door het college van B&W evenals door de gemeenteraad aangenomen moties (met als doel om beleid bij te sturen) niet opgevolgd;
  • Zij herkennen zich niet in verslagen van overleggen met de gemeente c.q. ontwikkelaar;
  • Zij worden niet als een serieuze gesprekspartner gezien de gemeente en ontwikkelaar.

De ombudsman van de Metropool Amsterdam schreef onlangs in een brief d.d. 1 februari jl. aan de gemeente Amsterdam:

Als het om planontwikkeling gaat is men binnen de gemeentelijke ruimtelijke sector opvallend weinig bekend met (…) de beginselen van behoorlijk bestuur.

Een constatering die ik herken ten aanzien van de situatie in Zaanstad, zoals bijvoorbeeld al blijkt uit de hierboven aangehaalde, niet uitputtende opsomming, van hetgeen bewoners ondervinden.

De Awb bepaalt dat de gemeente een besluit zorgvuldig moet voorbereiden, de nodige kennis moet vergaren over de relevante feiten en de af te wegen belangen en de belangen van derden bij de besluitvorming moet betrekken. Daarnaast mag het te nemen besluit niet onevenredig zijn voor een of meer belanghebbenden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen en moet een besluit worden gemotiveerd. Los van concrete wettelijke participatieverplichtingen in sectorale wetgeving zoals de Omgevingswet, speelt de vroegtijdige inbreng van derden reeds op basis van de Awb een belangrijke rol bij het maken van de belangenafweging door de gemeente. 

De gemeente Zaanstad heeft in reactie op alle gevallen waarbij participatie te laat, of niet (goed) tot stand is gekomen ter verbetering van dit proces een ‘startnotitie’ geïntroduceerd. Dit geldt echter vooralsnog voor één specifiek project. Hierbij krijgt de gemeenteraad de gelegenheid om in een vroeger stadium afspraken te maken over de wijze waarop de participatie in dit project wordt ingevuld. Er is geen eenduidige werkwijze voor participatie opgesteld, met duidelijke spelregels en afwegingsinstrumentarium. Participatie is ook niet in de ruimtelijke planprocessen verankerd.  Met andere woorden: participatie is bij gemeente Zaanstad vrijblijvend.

Conclusies en verzoek aan de Provincie

De conclusie moet zijn dat de toepassen van het participatie, door het ontbreken van concreet beleid, in Zaanstad structureel faalt waarbij belangen van bewoners ondergeschikt worden gemaakt aan private belangen. Daarnaast bestaat er grote onduidelijkheid over de financiële consequenties voor Zaanstad van alle geplande bouwplannen. Voldoende draagvlak voor bouwplannen is volgens Democratisch Zaanstad een belangrijk uitgangspunt en zou niet afhankelijk moeten zijn van politieke processen.

Democratisch Zaanstad heeft de afgelopen jaren tevergeefs geprobeerd om het college van Zaanstad ervan te overtuigen dat zij haar taken als hoeder van de belangen van al haar inwoners op dit punt structureel verwaarloosd. De gemeente dient zich bij al haar handelen te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Met het ontbreken van een zorgvuldige belangenafweging tussen het publieke belang versus het private belang en een concreet vastgelegd participatiebeleid, verankerd in planprocessen, schendt zij deze beginselen.

Volgens de wet Interbestuurlijk toezicht op gemeenten is de provincie onder meer toezichthouder ten aanzien van ruimtelijke ordening, bouwen en huisvesting en is dit toezicht gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken.

Wij verzoeken U daarom tot het opstellen en uitbrengen van een advies aan de gemeente Zaanstad, ten aanzien van de Provinciale toezicht domeinen ‘informatiebeheer’ en ‘omgeving’. In dit advies zouden de aspecten zoals beschreven in deze brief wat ons betreft aan bod moeten komen, waarbij tevens de vraag over financiële haalbaarheid en consequenties voor Zaanstad onderzocht zou moeten worden.

Voor een nadere toelichting beschikbaar, verblijf ik hoogachtend,

Juliëtte Esmée Rot

Fractievoorzitter Democratisch Zaanstad.

Artikel Zaanstad.nieuws.nl:

0 Score (0 stemmen)
Waardering artikel
Reacties: Geef je reactie:
Sorteer op:

Laat als eerste een reactie achter:

Verified
{{{review.rating_comment | nl2br}}}

Laat meer zien ...
{{ pageNumber+1 }}
Geef je reactie:

Bedrijfsvoering

Integriteitsklacht burgemeester Hamming uitgebreid

Burgemeester poogt regie te nemen en bemoeit zich onterecht met het proces van de gemeenteraad.

Gepubliceerd

op

meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers

Burgemeester Jan Hamming van Zaanstad probeert de raadsafwikkeling van de integriteitsklacht te kapen. Gemeenteraadslid Juliëtte Esmée Rot heeft haar klacht tegen de burgemeester uitgebreid, waarbij ze stelt dat Hamming zich naar willekeur conformeert aan het meldprotocol en zich onterecht bemoeit met het proces van de gemeenteraad. Dit roept vragen op over bestuurlijke integriteit en transparantie binnen de gemeente. Lees verder voor alle details.

Geachte collega’s, (van de gemeenteraad)

Als vervolg op de eerder bij u ingediende integriteitsklacht jegens burgemeester Hamming, betreffende het voortraject van het externe integriteitsonderzoek naar mijn handelen als gemeenteraadslid, zend ik u hierbij een aanvulling op mijn eerder schrijven, ditmaal over het ‘na-traject’.

Zoals feitelijk wordt onderbouwd in de klacht over het voortraject, stelt burgemeester Hamming de ene keer wel en de andere keer niet van het ‘Meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad’ uit te gaan.

Feit is in ieder geval, dat burgemeester Hamming zich niet conformeert aan het protocol in het voortraject.

In het conceptrapport van Necker, wordt onterecht het meldprotocol niet tot het normenkader gerekend, waardoor het weinig integere handelen van de burgemeester in het voortraject geen onderdeel is geworden van het onderzoek.

Voor Necker bestaat het normenkader van de gemeente slechts uit de ‘Gedragscode integriteit Gemeente Zaanstad’.

Burgemeester Hamming reageert in zijn, door mij ontvangen zienswijze op het conceptrapport, als volgt; “doet u (=Necker) op heldere wijze verslag van het normenkader rondom de onderzoeksvraag” en “Immers is het door u gehanteerde geldende normenkader ook de toetssteen die ik dien te hanteren in de uitoefening van mijn plicht tot het bevorderen van de bestuurlijke integriteit van de gemeente”.

Burgemeester Hamming is akkoord gegaan met een door Necker vastgesteld normenkader, waarbij het ‘Meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad’ wordt uitgesloten.

Ook dat blijkt weer van tijdelijke aard te zijn. Tot mijn grote verbazing blijkt het protocol na het onderzoek, wel weer onderdeel van het normenkader van burgemeester Hamming uit te maken, zoals in zijn uitnodiging aan uw presidium te lezen is:

”Conform het ‘meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad’ maak ik van de gelegenheid gebruik om u te informeren en te klankborden over het te doorlopen proces de komende weken.”

Het meldprotocol stelt: “Vormt, op verzoek van de burgemeester, een klankbord waarmee burgemeester tussentijds kan overleggen over melding, vooronderzoek, onderzoek en/of beoordelingen. Terughoudendheid is hierin geboden zodat integriteitskwesties niet onnodige onderwerp worden van de politiek.”

Het meldprotocol stelt verder: “De burgemeester informeert, in afstemming met de politiek ambtsdrager, de gemeenteraad. Het is de taak van de gemeenteraad om zich op basis van het onderzoeksrapport een oordeel te vormen over de feiten.”

Het meldprotocol stelt verder: “Indien het gaat om het handelen van een raadslid legt de burgemeester de onderzoeksresultaten voor aan de gemeenteraad met daarbij een gemotiveerd zwaarteoordeel. De gemeenteraad vormt zich vervolgens een oordeel over de onderzoeksbevindingen en geeft een advies over de consequenties.”

Het is helder dat het ‘klankborden’ bedoeld is om voorafgaande aan het onderzoek, of tussentijds plaats te vinden, maar niet nadat het onderzoek is afgerond en over de uitkomst van het onderzoek door de gemeenteraad een oordeel geveld moet worden en ook niet om te adviseren over het te doorlopen proces aan de kant van de raad. De uitnodiging van de burgemeester, waarbij hij een stappenplan voor de gemeenteraad opstelt is, is niet de bevoegdheid noch de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Daarmee wekt de burgemeester de sterke schijn, dat hij de regie over het gehele proces wenst te houden.

Burgemeester Hamming is niet alleen de opsteller en aangever van de melding die de aanleiding vormt van dit onderzoek, maar ook gelijktijdig de beoordelaar van de melding en wenst nu ook de regie te nemen over het proces dat voorbehouden is aan de gemeenteraad middels beïnvloeding.

Door het uitschrijven van een extra presidium, slechts kort daarvoor het rapport te openbaren en ook nog eens niet op de datum die, volgens de mededeling in zijn email van 28 maart jl. per gelijke datum aan u verstrekt zou worden.

Dit betekent dat het rapport niet eerder dan 31 maart a.s. (of later) in uw bezit zal zijn, gevolgd door een ‘annotatie’ waarvoor het meldprotocol geen ruimte biedt, dan een presidium waarvoor het meldprotocol geen ruimte biedt en dan de publicatie van het rapport, gevolgd door een raadsvoorstel op 4 april a.s.

Deze handelswijze is totaal ongepast en tegen de vastgestelde en dus na te leven regels. De enige rol die burgemeester Hamming toekomt, is het toezenden van het rapport inclusief zijn zwaarte oordeel, de rest is aan de gemeenteraad.

Het feit dat burgemeester Hamming zich nu ineens wel conformeert naar het meldprotocol, is opmerkelijk. Nog opmerkelijker is dat na het openbaren van het onderzoeksrapport, de burgemeester achteraf wil ‘klankborden’, ‘adviseren over verdere verloop van het procesgedeelte van de raad’ en vervolgens ook nog eens ‘annotaties’, kort voor de vergadering van het presidium, aan de raadsleden wil doen toekomen. Niets van dit alles is onderdeel van het meldprotocol en staat in schril contrast met de “eigen rolbeleving en uitvoering” die hij bezigt in zijn zienswijze op het rapport maar blijkbaar niet voor hemzelf geldt.

In plaats van ‘annotaties’ opstellen, dient burgemeester Hamming, conform het meldprotocol, een “gemotiveerd zwaarte oordeel” te geven zodat de gemeenteraad vervolgens “een oordeel over de onderzoeksbevindingen kan vormen”.

Dit selectief gebruik van het meldprotocol en het willen ‘klankborden’, ‘adviseren’, zenden van ‘annotaties’, proberen zich daarmee binnen te dringen in het procesdeel wat de raad en het daarmee vorm te geven, wekt de schijn dat burgemeester Hamming ieder besef van integer handelen is verloren, de regie van het proces wenst te behouden, en beïnvloeding van het oordeel van de raad nastreeft.

Ik heb burgemeester Hamming per email verzocht het onderzoeksrapport per direct te openbaren, zijn “zwaarte oordeel” aan de raad toe te sturen en het voor de rest aan de raad over te laten zoals het meldprotocol vereist.

Het voorgaande beschrevene zend ik u toe als aanvulling op de eerder door mij ingediende integriteitsklacht.

Met vriendelijke groet,

Juliëtte Esmée Rot.

Het laatste nieuws, op jouw manier!

Met plezier brengen we je op de hoogte van spraakmakend nieuws. Beheer zelf je abonnement, kies wat voor jou het beste werkt

Gratis en geen gedoe. Beheer zelf je abonnement, kies wat voor jou het beste werkt. Jij bepaalt We sturen geen spam. Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

0 Score (0 stemmen)
Waardering artikel
Reacties: Geef je reactie:
Sorteer op:

Laat als eerste een reactie achter:

Verified
{{{review.rating_comment | nl2br}}}

Laat meer zien ...
{{ pageNumber+1 }}
Geef je reactie:

Verder lezen

DZ

Integriteit onder druk: Feiten of Interpretatie?

Hoe waarheidsvinding en persoonlijke perceptie botsen in ethische besluitvorming.

Gepubliceerd

op

Integriteit onder druk: Feiten of Interpretatie?

Het (voortraject van het) integriteitsonderzoek tegen fractieleider Juliëtte Rot roept vragen op over de integriteit en transparantie van het proces. Burgemeester Hamming heeft in het voortraject in strijd met het tot het normenkader behorende “meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers” gehandeld. De opdracht aan het externe bureau om feiten te zoeken duurde maar liefst tien maanden, waarna het definitieve rapport vandaag aan de raad verstuurd zou worden door burgemeester Hamming zonder dat Rot hier inzage in heeft gekregen. Vanwege deze onregelmatigheden is vandaag een officiële integriteitsklacht ingediend bij de gemeenteraad. Accepteert de gemeenteraad deze gang van zaken? Lees verder voor alle details.

Geachte leden van de gemeenteraad,

Een integriteitsonderzoek heeft een grote impact, alleen al door een aankondiging van een dergelijk onderzoek.

Vaak wordt een dergelijk onderzoek voor twijfelachtige redenen gestart dan wel uitgevoerd zoals is te horen in deze podcast; https://open.spotify.com/episode/0ix3p1hlznNxeHV1uEnrQP

Elsevier Weekblad vraagt zich af ‘hoe integer is de integriteitsindustrie’?
https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2024/11/hoe-integer-is-bezemer-en-schubad-zelf-1438984/

Een dergelijk onderzoek heeft een melder, een voortraject en een eventueel onderzoek door een extern bureau.

In de Orkaan wordt op 26-11-2024 de woordvoerder van de gemeente als volgt geciteerd;

“Niet burgemeester Hamming maar anderen – waarschijnlijk raadsleden – zouden een klacht ingediend hebben over DZ-fractievoorzitter Juliëtte Rot. Dat was voor de burgemeester aanleiding om in juni van dit jaar het Utrechtse onderzoeks- en adviesbureau Necker de opdracht te geven de integriteit van Rot te laten onderzoeken.”

Op 11-06-2024, drie maanden eerder, meldt het meldpunt integriteit het volgende;

“Op basis van het eerdergenoemde meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers is de eerste stap dat we nagaan of er sprake is van een concreet vermoeden van een integriteitsschending. De zogenaamde validatiefase. Dit willen we zorgvuldig doen door de melder, in dit geval burgemeester, te horen.”

Conclusie kan getrokken worden dat Burgemeester Hamming de melder is en dat het meldpunt werkt conform het ‘meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’.

Om zorgvuldigheid te betrachten tijdens het voortraject, zijn er een aantal protocollen van toepassing. 

Op 26 juni 2024 schrijft burgemeester Hamming mij het volgende:

In het geval van een onderzoek naar integriteit geldt het meld- en onderzoeksprotocol politieke ambtsdragers Zaanstad

en

“Op grond van ons Meld- en onderzoeksprotocol voor politieke ambtsdragers heb ik met de griffier en de coördinator integriteit de mogelijkheden voor een onderzoek besproken, waarbij wij tot de conclusie zijn gekomen dat een onderzoek, gericht op de intentie en toepassing van de gedragscode voor raadsleden van Zaanstad, de meest passende oplossing is.”

In de aanbiedingsbrief, met kenmerk 7676393, ‘Meld- en onderzoeksprotocol Integriteit politiek ambtsdragers gedateerd’ op 04-10-2023 schrijft Burgemeester Hamming:

Aanleiding hiervoor is dat zowel vanuit raadsleden en collegeleden er behoefte is om de te doorlopen stappen bij een melding, vooraf met elkaar helder te hebben. Een protocol kan hierbij helpen

Het ‘Meld- en onderzoeksprotocol Integriteit politiek ambtsdragers’ stelt:

De Gedragscodes voor respectievelijk de burgemeester van Zaanstad, wethouders van Zaanstad en voor de gemeenteraad van Zaanstad, vormen samen met het Gentle Agreement en dit protocol de basisstructuur van de bestuurlijke integriteit.

Op 21-11-2024 schrijft Burgemeester Hamming in zijn mail aan het presidium; 

“In haar brief refereert mw. Rot aan diverse normenkaders. Het normenkader waaraan ik bij elk onderzoek naar handelingen van een raadslid ben gehouden, wordt gevormd door de bij u bekende Gedragscode en Gentle agreement. Over mijn uitvoering van mijn plicht langs de afspraken van de Gentle Agreement, leg ik (enkel) verantwoording af aan de gemeenteraad. Dit omdat de Gentle agreement een vrijwillige overeenkomst is waarvan de naleving niet kan worden voorgelegd aan een bestuursrechter.”

Burgemeester Hamming vermeld opmerkelijk genoeg niet het ‘Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’

Nadat ik Burgemeester Hamming hier opmerkzaam op heb gemaakt, schrijft Burgemeester Hamming op 28-11-2024 het volgende: 

Mijn antwoord op uw twijfel kan kort zijn. De reden waarom ik in mijn mail aan de fractievoorzitters dat protocol niet noemde, is simpelweg omdat dit protocol niet is vastgesteld door de gemeenteraad. Eind vorig jaar stuurde ik uw raad dit door mij vastgestelde protocol (slechts) ter kennisname toe. 

Het karakter en doel van het alleen door mij vastgestelde protocol is dat ik daarmee tegenover iedereen die het betreft, mijn richtlijn transparant heb gemaakt over onder andere de manier waarop ik de nodige belangenafwegingen heb te doen alvorens ik besluit tot het instellen van een integriteitsonderzoek. Van die richtlijn kan ik uiteraard besluiten om af te wijken als ik tot het oordeel kom dat de omstandigheden dat van mij vragen.

Op 21-11-2024 stelt Burgemeester Hamming, dat het Gentle Agreement een “vrijwillige overeenkomst” is, maar verzuimd te vermelden dat niet alle raadsleden/fracties deze overeenkomst hebben geaccordeerd.

Vastgesteld kan worden dat Burgemeester Hamming dus weinig consistent is, want het ‘gentle agreement’ is niet door de volledige raad geaccordeerd en dus is er niets meer of minder dan het ‘Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’.

Ook de Commissaris van de Koning, de Gemeentelijke Ombudsman, de Gemeente Secretaris, het meldpunt integriteit en de burgemeester zelf, gaan uit van het ‘Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’.

De Commissaris van de Koning in zijn email 12-12-2024;

Zoals in onze eerdere mail vermeldt, heeft de gemeente de melding op grond van het protocol van de gemeente Zaanstad naar de commissaris van de Koning doorgestuurd. “

De Gemeentelijke Ombudsman in zijn mail van 11-06-2024:

“Op pagina 3 van het meld- en onderzoeksprotocol Integriteit politieke ambtsdragers staat vermeld dat bij een integriteitsmelding die de burgmeester betreft, de commissaris van de Koning bevoegd is om de melding te onderzoeken”

De Gemeentesecretaris in haar mail 19-07-2024 aan de Commissaris van de Koning over de integriteitsklacht betreffende burgemeester Hamming van Juliëtte Rot.

“De klacht is in eerste instantie door het raadslid aan de ombudsman gestuurd. Het raadslid heeft ons verzocht om deze klacht aan u door te sturen op grond van onsProtocol Politieke Ambtsdragers (zie bijlage (Meld- En Onderzoeksprotocol Integriteit Politieke Ambtsdragers)).”

Burgemeester Hamming in zijn email van 26-6-2024: 

“Geachte leden van het Presidium,

Eerder heb ik de gemeenteraad geïnformeerd over het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek naar handelingen van raadslid Rot. Conformhetmeld-enonderzoeksprotocolinformeer ik u hierbij over de voortgang van het proces hiertoe.”

MeldpuntIntegriteit in de email van 11-06-2024:

Volgens het Meld- en onderzoeksprotocol Integriteit politieke ambtsdragers (zie bijlage) wordt een onderzoek pas gestart op grond van een concreet vermoeden van een integriteitsschending. We bevestigen hierbij de ontvangst van deze melding en zullen deze in behandeling nemen conform bijgaand protocol.

Naar aanleiding van de email gedateerd op 28-11-2024 van Burgemeester Hamming, waarin hij het meldprotocol tot zijn “persoonlijke protocol” converteert, stel ik op 03-12-2024 aan het meldpunt de vraag waarom het meldpunt gebruik maakt van het “persoonlijke protocol” van de Burgemeester. 

Op 12-12-2024 antwoordt de coördinator integriteit namens het meldpunt;

“Voor een antwoord op deze vraag, stuur ik uw mail door aan de burgemeester.”

Het ‘onafhankelijke’ meldpunt laat haar eigen handelen, blijkbaar verklaren door Burgemeester Hamming waardoor de schijn van afhankelijkheid van het meldpunt ontstaat. 

Op 30-12-2024 verklaart Burgemeester Hamming, het handelen van het meldpunt als volgt en bevestigd daarmee de afhankelijkheid (in ieder geval de schijn van) van het meldpunt:

In uw mail van 3 december jl. die mij via het Meldpunt Integriteit bereikte, vraagt u samengevat waarom de doorzending van uw integriteitsklacht over mij aan de Commissaris van de Koning is getoetst aan het Protocol Politieke ambtsdragers.

Het antwoord op uw vraag is dat dit door mij vastgestelde Protocol de transparante norm is waarlangs ik de afwegingen dien te maken en motiveren als het gaat om mijn procedurele afhandeling (of de afhandeling namens mij) van integriteitskwesties van politieke ambtsdragers.

Omdat u in uw mail van 3 december jl. ook een interpretatie vastlegde over de strekking van mijn eerdere mail aan de fractievoorzitters, licht ik u graag aanvullend toe dat ik met het in die mail benoemen van het feit dat dit Protocol geen dwingend voorgeschreven voorschriften bevat, niet tegensprak dat dit Protocol de geldende procedurele richtlijn is voor de afhandeling van integriteitskwesties.

Uiteindelijk bevestigd Burgemeester Hamming nu toch zelf dat het ‘Meld- en onderzoeksprotocol Integriteit politieke ambtsdragers’ de “geldende procedurele richtlijn is voor de afhandeling van integriteitskwesties.” en geen “persoonlijk” protocol.

Ik heb vastgesteld dat Burgemeester Hamming in het voortraject, afwijkt van het ‘Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’. Meerdere afwijkingen onderbouwen feitelijk dat Burgemeester Hamming op weinig integere wijze het voortraject heeft doorlopen.

De meest pregnante afwijkingen treft u hieronder aan.

Afwijkingen:

“Feiten”

Het onderwerp en agenda van het gesprek op 3 juni 2024, werd mij niet op voorhand door Burgemeester Hamming kenbaar gemaakt, ondanks verzoeken daartoe.

Tijdens het gesprek werden geen feiten gepresenteerd, maar liet burgemeester Hamming zijn gevoel de vrije loop. Volgens de burgemeester werd de schijn gewekt niet-integer handelen, op basis van zijn eigen aannames en interpretaties.

Zijn gevoel was dat er informatie werd doorgegeven aan een familie woonachtig op de Hemkade. Dit zou moeten blijken uit het feit dat de familie, de strategisch adviseur van de burgemeester, rechtstreeks zouden hebben aangeschreven.
Wonderlijk genoeg, verwarde burgemeester Hamming de familie met een brief van een inwoner uit Krommenie, die de strategisch adviseur had aangeschreven.

Verder koppelde burgemeester Hamming het schrijven aan de strategisch adviseur, aan mijn persoonlijke mededeling aan de burgemeester Hamming, dat ik de strategisch adviseur, in de rechtszaak zou ontmaskeren. Deze rechtszaak betreft een WOB-verzoek van NSV. De ontmaskering is door de rechter inmiddels bevestigd door de recentelijke uitspraak in deze kwestie. 

Volgens burgemeester Hamming zou het aanschrijven van de strategisch adviseur, gedaan zijn, vlak na mijn mededeling aan hem over het ontmaskeren van de strategisch adviseur en daarmee zou aangetoond zijn dat er sprake is van en rechtstreeks verband. Die opmerking sloeg echter op een heel andere casus met een andere context.

Omdat burgemeester Hamming zijn gevoel over de schijn van niet-integer handelen, baseerde op zijn eigen aannames en interpretaties, waar ik niks mee kon, heb ik burgemeester Hamming verzocht zijn aantijgingen te formaliseren zodat ik mij daar tegen zou kunnen verdedigen.

Geformaliseerde aantijgingen heb ik niet mogen ontvangen van burgemeester Hamming.

Vervolgens heb ik het meldpunt Integriteit verzocht, om de feiten die aangedragen zouden moeten zijn door burgemeester Hamming, dit om de melding te valideren, mij te doen toekomen.  Ook de feiten die burgemeester Hamming zou hebben moeten aangedragen aan het meldpunt, ter validatie, heb ik nooit van het meldpunt mogen ontvangen. Terwijl in het meldprotocol is vastgelegd, dat de melding wordt geregistreerd in een daarvoor ingericht register.

Vervolgens heb ik het externe bureau verzocht de onderzoeksopdracht en de aangedragen feiten, die aanleiding zouden moeten zijn voor een extern onderzoek, aan mij te doen toekomen. Ook het externe bureau voldeed niet aan mijn verzoek.

Het niet aanleveren van de feiten door de burgemeester, in de onderzoeksopdracht, aan het meldpunt integriteit en het externe onderzoeksbureau, zijn een ernstige aantasting van de rechtsbescherming van een raadslid. 

De vraag waar het meldpunt Integriteit haar validatie op heeft gebaseerd blijft dan ook onduidelijk en openstaan.

Wonderlijk genoeg blijkt uit het conceptrapport dat het onderzoeksbureau wel veel documentatie heeft gekregen, welke ik ook niet heb ontvangen. Bovendien heeft het bureau niet de opdracht gekregen om “feiten” te “onderzoeken” maar “feiten” dient te “zoeken”, zo blijkt uit de onderzoeksvragen die het externe bureau later in het (concept) rapport definieert. 

Deze gang van zaken en het alleen mondeling willen bespreken van mijn vragen, door het bureau, waarbij ik tevens zou moeten verklaren, dat ik akkoord zou zijn met de voorwaarde dat mijn vragen alleen beantwoord zouden worden indien ik aan het gesprek zou deelnemen, waarmee dan meteen het onderzoek gestart zou zijn bevestigt “dat Necker Integriteit op geen enkele wijze aansprakelijk kan worden gehouden voor de inhoud en gevolgen van de uitvoering van de in dit document omschreven werkzaamheden en het daaruit volgende rapport.” Zoals ik de raad reeds meldde was dit en het ontbreken van de feiten voor mij de reden om niet mee te werken aan het onderzoek.

“Validatie”

Burgemeester Hamming meldt reeds op 4 juni 2024, notabene één dag na het eerste gesprek met Juliëtte Rot dat hij “daartoe een extern onderzoek zal laten uitvoeren”. 

Burgemeester Hamming stelt dat er een extern onderzoek komt, terwijl het meldpunt Integriteit nog niet gevalideerd heeft. Het melden op dat moment door burgemeester Hamming dat hij een extern onderzoek gaat laten uitvoeren, maakt dat burgemeester Hamming een niet-integere handeling pleegt en de schijn van vooringenomenheid op zich laadt.

In het protocol wordt aangegeven dat indien uit de validatie blijkt dat er concrete aanwijzingen voor nader onderzoek, dat de burgemeester Hamming mij zou hebben moeten informeren. Burgemeester Hamming heeft mij niet geïnformeerd. Het nalaten mij te informeren door burgemeester Hamming is eveneens een niet-integere handeling.

 “Onderzoeksvraag extern bureau”

Het ‘Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’, stelt het volgende over de door burgemeester Hamming te verstrekken onderzoeksopdracht.

“In de onderzoeksopdracht is opgenomen: 

  • de aanleiding en het doel en onderzoeksvragen van het onderzoek;
  • de reikwijdte; 
  • onderzoekshandelingen en methoden;
  • de gewenste duur van het onderzoek;
  • de overeengekomen kosten van het onderzoek;
  • de bevoegdheden waarvan de onderzoeker gebruik mag maken;
  • het voorleggen van de bevindingen aan de politieke ambtsdrager en het vastleggen van diens reactie daarop;
  • afspraken over vertrouwelijkheid van het onderzoeksrapport en de daaraan verbonden stukken; 
  • de informatieverstrekking;
  • afspraken over eigendom van het onderzoeksrapport en de bevoegdheid tot gebruik daarvan in onder meer juridische procedures;
  • dat de onderzoeker werkt conform de richtlijnen van dit protocol.

In het (concept) rapport van het externe bureau worden de volgende onderzoeksvragen geformuleerd; 

  • Het in kaart brengen van de interactie die heeft plaatsgevonden tussen het raadslid mevrouw Rot, de gemeente en de eerdergenoemde inwoners;
  • Het feitelijk beschrijven van het handelen van het raadslid in deze interactie;
  • Het formuleren van het van toepassing zijnde normenkader;
  • Het toetsen van het handelen van raadslid mevrouw Rot aan het voor raadsleden geldende normenkader.

Burgemeester Hamming heeft dus geen feiten aan het onderzoeksbureau ter toetsing aangereikt maar verzocht het extern bureau “in kaart brengen”, “feitelijk beschrijven”, “formuleren van het van toepassing zijnde normenkader” en de in kaart gebrachte “feiten”, om deze vervolgens te toetsen aan het door het externe bureau geformuleerde normenkader.

Hiermee wordt niet voldaan aan het protocol dat zegt dat burgemeester Hamming het externe onderzoeksbureau “de aanleiding en het doel en onderzoeksvragen van het onderzoek”  moet definiëren in de onderzoeksopdracht.

Indien burgemeester Hamming de onderzoeksvragen zoals opgetekend door het externe bureau wel als zodanig in de onderzoeksopdracht heeft geformuleerd, dan voldoet burgemeester alsnog niet aan het protocol.

Het ‘Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers’ stelt namelijk tevens het volgende:

Een vermoeden van een schending kan voldoende zijn om een melding te doen. Het vermoeden moet wel op redelijke gronden gebaseerd zijn: op eigen kennis of waarneming en niet op basis van bijvoorbeeld horen zeggen.

Voorgaande verhinderd dat burgemeester Hamming dergelijke onderzoeksvragen, zoals opgetekend door het externe bureau en dus feitelijk van burgemeester Hamming afkomstig zouden moeten zijn, kan opnemen in de onderzoeksopdracht, zoals verstrekt aan het externe bureau. 

Burgemeester Hamming had ook al aan het meldpunt Integriteit feiten ter validatie hebben moeten voorleggen, die zijn eigen aannames en interpretaties en daarmee de door hem veronderstelde schijn van niet-integer handelen, zouden onderbouwen. 

De onderzoeksvragen van het externe bureau roepen de volgende vragen op:

Hoe kan het meldpunt Integriteit valideren, als het meldpunt de interactie die heeft plaatsgevonden tussen het raadslid, de gemeente en de eerdergenoemde inwoners, nog in kaart moeten worden gebracht, zoals uit de onderzoeksvragen van het externe bureau blijkt?

Hoe kan het meldpunt Integriteit valideren, als het meldpunt het handelen van het raadslid in deze interactie niet feitelijk heeft beschreven, zoals uit de onderzoeksvragen van het externe bureau blijkt?

Hoe kan het meldpunt Integriteit valideren, als het meldpunt het van toepassing zijnde normenkader niet heeft gedefinieerd, zoals uit de onderzoeksvragen van het externe bureau blijkt?

Hoe kan het meldpunt Integriteit valideren, als het meldpunt niet het handelen van het raadslid, aan het voor raadsleden geldende normenkader heeft getoetst, zoals uit de onderzoeksvragen van het externe bureau blijkt?

Er kan niet anders dan geconcludeerd worden, dat de schijn wordt gewekt dat het meldpunt Integriteit dit niet heeft gedaan, anders zouden dit de onderzoeksvragen niet zijn van het externe bureau. Ook heeft het meldpunt na mijn verzoek om de feiten, aangedragen door burgemeester Hamming ter validatie, aan mij te doen toekomen, niet gehonoreerd. Hierdoor wekt het voorgaande de schijn, dat het meldpunt deze ook niet heeft gekregen.

Vervolgens conform het protocol adviseert de griffier de burgemeester, waarbij het oordeel van de coördinator integriteit als bijlage wordt gevoegd. Ook deze bijlage heb ik niet mogen ontvangen. Wat de schijn wekt dat deze bijlage niet bestaat, anderzijds de schijn wekt dat de griffier akkoord is gegaan met de validatie niet conform het meldprotocol.

Daarna beslist de burgemeester over het instellen van het onderzoek. Ook burgemeester Hamming wekt hier de schijn, dat hij heeft beslist over zijn eigen melding, zonder een validatie die aan de vereisten van het meldprotocol voldoet.

Reeds vele jaren acteer ik als raadslid op dezelfde manier, waarbij ik nooit klachten heb gehad en vind het opmerkelijk, nu, dat burgemeester Hamming zelf betrokken is in rechtszaken (met de familie woonachtig op de Hemkade) zoals hij zelf tijdens het gesprek op 03 juni 2024 meldde, dat een extern onderzoeksbureau “feiten” in kaart moet gaan brengen en beschrijven maar er geen initiële “feiten” gemeld worden door burgemeester Hamming, die dan door een extern bureau zouden kunnen worden beoordeeld. Bij mij roept dat het beeld op, dat burgemeester Hamming zijn persoonlijke belang nastreeft om mogelijk de uitkomsten van het onderzoek te kunnen gebruiken in de rechtszaken waar burgemeester Hamming zelf heeft gezegd in te zijn verwikkeld.

“Wat mij overkomt kan tegen ieder raadslid worden ingezet.”

Om maar een actuele zaak te noemen: het toetsen van een woningvormingsvergunning aan toekomstige regels, waarbij een steunfractielid stelt dat de gemeente in deze kwestie zich geen betrouwbare overheid toont. Het lijkt mij volkomen terecht dat dit steunfractielid deze kritische houding aanneemt maar biedt zichzelf, bij wijze van spreken, aan als het volgende slachtoffer van de Bermudaanse Integriteit Driehoek van burgemeester Hamming, indien de gemeenteraad het burgemeester Hamming toestaat om het meldprotocol niet na te leven of onderdeel te laten zijn van het normenkader zoals in mijn casus is gebeurd.

Burgemeester Hamming beschrijft in zijn aanbiedingsbrief 03-10-2023 het protocol “meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers” als volgt “een protocol/werkinstructie waarin de stappen staan beschreven die worden gezet als er sprake is van een melding integriteit. Aanleiding hiervoor is dat zowel vanuit raadsleden en collegeleden er behoefte is om de te doorlopen stappen bij een melding, vooraf met elkaar helder te hebben. Een protocol kan hierbij helpen.

Zoals is aangetoond, hanteren de commissaris van de koning, de gemeentelijke ombudsman, het meldpunt integriteit en de gemeentesecretaris het protocol “meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers” wel als leidraad voor hun handelen.

In een schril en niet acceptabel contrast, staat het handelen in het voortraject bij de integriteitsklacht van burgemeester Hamming, waarbij burgemeester Hamming verklaart, afhankelijk van hoe het hem uitkomt, dat het protocol wel of niet van toepassing is.

Burgemeester Hamming wist, ondanks het hanteren van het protocol door de commissaris van de koning, de gemeentelijke ombudsman, het meldpunt integriteit, de gemeentesecretaris en nota bene hemzelf in de openbaarheid, te verklaren dat het een persoonlijk protocol zou zijn. Zelfs al zou het een persoonlijk protocol zijn dan nog dient burgemeester Hamming zich te verantwoorden waarom zijn handelen afwijkt met als gevolg het aantasten van de rechtsbescherming van een raadslid.

Integriteit is de ruggengraat van het vertrouwen in de lokale democratie. De manier waarop het “Meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers” wordt toegepast, raakt niet alleen individuele raadsleden, maar bepaalt ook hoe de rechtsbescherming en geloofwaardigheid van de gemeenteraad als geheel worden gewaarborgd. 

Uit de feiten blijkt dat burgemeester Hamming, bij het toepassen van dit protocol, op cruciale punten afwijkt of inconsistent handelt, wat minstens de schijn wekt van een procedure die vooringenomen, niet transparant en objectief is. 

Dit is geen theoretisch probleem – dit raakt u persoonlijk. Wat mij overkomt, kan ieder van u overkomen. Vandaag is het, ene raadslid, morgen kan het een ander zijn. 

Wanneer een burgemeester zonder voldoende toetsbare basis, een integriteitsonderzoek kan initiëren en kan laten evolueren tot een zoektocht in plaats van het toetsen van de feiten, zonder de noodzakelijke controlemechanismen, dan wel dat deze lijken samen te spannen, dan is geen enkel raadslid veilig voor willekeurige aantijgingen die dan evolueren in externe zoektochten.

Geachte leden van de gemeenteraad, we bevinden ons op een cruciaal moment: negeert u deze gang van zaken, dan schept u een precedent, waarbij iedere kritische volksvertegenwoordiger in eenzelfde positie kan belanden. De geschiedenis laat zien dat inactieve toeschouwers onbedoeld bijdragen aan een systeem dat hen later zelf kan treffen. De vraag is niet of, maar wanneer dit een volgende keer zal gebeuren.

Daarom dien ik bij u een integriteitsklacht in, om het handelen van burgemeester Hamming en het niet toepassen van het meld- en onderzoeksprotocol te beoordelen. Het orgaan dat een integriteitsklacht betreffende een burgemeester dient af te wikkelen is de gemeenteraad.

Dit kan objectief en onafhankelijk worden gedaan door een externe expert met onbetwiste autoriteit op dit gebied: een recentelijk met emeritaat gegane hoogleraar gespecialiseerd in bestuurlijke integriteit. https://www.ru.nl/over-ons/nieuws/afscheid-hoogleraar-michiel-de-vries

Uw actieve inzet is niet slechts een keuze, het is uw verantwoordelijkheid. Uw collega’s, uw kiezers en toekomstige raadsleden rekenen op u. 

Met vriendelijke groet,

Juliëtte Esmée Rot.

Verder lezen

Nieuws

Rechter geeft raadslid Juliëtte Rot voor de tweede keer gelijk in ‘mailgate’

Een besluit om geen besluit te nemen, is ook een besluit, vindt Rot. De rechtbank is het met haar eens.

Gepubliceerd

op

Juliëtte Rot Democratisch Zaanstad

Raadslid Juliëtte Rot van Democratisch Zaanstad heeft opnieuw een juridische slag geslagen in ’mailgate’: de zaak rond het openbaar maken van haar e-mails over North Sea Venue. Zaanstad vindt dat zij geen bezwaar meer kan maken, maar de rechter fluit de gemeente terug.

De mailgate duurt al jaren en vloeit voort uit de slepende ruzies tussen Ivar Moens van North Sea Venue en zijn buren, de familie Groen. Rot neemt het op voor de familie en stelt veel vragen over wat er allemaal op en om de uitgaansgelegenheid aan de Hemkade gebeurt.

In 2021 diende Moens een WOB-verzoek in om de mails van Rot te openbaren. Hij wilde weten wat zij allemaal over hem schreef. Zaanstad stemde in, waarop Rot naar de rechter stapte. De rechtbank stelde openbaarmaking uit. Maar niet lang daarna kreeg Moens de mails (waarin Rot hem in verband brengt met wanpraktijken) toch te lezen. Een gevolg van de wens van de familie Groen om ook haar zegje te doen in deze zaak. Omdat Groen de mails kreeg te zien, moest ook Moens de inhoud kennen, meende Zaanstad.

Voor Moens was het toen niet langer nodig om door te gaan met juridische procedures over het mailverkeer. Zaanstad besloot daarop haar eigen besluit over het openbaar maken in te trekken.

Bezwaar

Het bezwaar dat Rot hiertegen maakte, was de inzet van de rechtszaak van afgelopen januari. Zaanstad vindt dat er niets is om bezwaar tegen te maken. Het gewraakte besluit is immers al ingetrokken. Maar een besluit om geen besluit te nemen, is ook een besluit, vindt Rot. De rechtbank is het met haar eens. Ook het intrekken van een besluit heeft rechtsgevolgen, schrijft de rechter in haar uitspraak. Ze draagt de gemeente op een nieuw besluit te nemen.

Voor Rot is het een principiële kwestie. Zij wil een besluit over haar bezwaar, zodat er inhoudelijk gesproken kan worden over zin en onzin van het delen van mailverkeer van raadsleden.

Bron: Noordhollands Dagblad

Alles over Mailgate

5 Score (2 stemmen)
Waardering artikel
Reacties: Geef je reactie:
Sorteer op:

Laat als eerste een reactie achter:

Verified
{{{review.rating_comment | nl2br}}}

Laat meer zien ...
{{ pageNumber+1 }}
Geef je reactie:

Verder lezen

MEEST GELEZEN