

Onderwijs, jeugd en zorg
Zwemveiligheid in het gedrang
Waarom DZ voor herinvoering schoolzwemmen pleit.
Op 14 maart was er in Tros Radar een item met als titel ‘zwemonderwijs in Nederland onder de maat’. Het onderwerp stipte een paar grote problemen aan:
- Iedere aanbieder mag zijn eigen zwemdiplomalijn voeren, zonder dat hier een minimum eis voor bestaat;
- Niet voor alle zwemdiploma’s gelden er (diploma)eisen voor instructie;
- Het schoolzwemmen is in veel gemeenten wegbezuinigd.
Dit probleem is niet nieuw, reeds in 2015 besteedde 1vandaag hier aandacht aan. Gevolg is dat de zwemveiligheid verder in het gedrang komt. Toch gaat het probleem verder dan alleen deze drie zaken.
Voor Zaanstad pleit Democratisch Zaanstad aan de herinvoering van het schoolzwemmen en het zien van sport als een kerntaak van onderwijs (en navenant handelen) en gaat vragen stellen over de organisatie van het zwemonderwijs in Zaanstad. Hieronder kunt u lezen waarom.
Van 1985 tot nu
In 1985 is het zwemonderwijs door de overheid geschrapt als verplicht onderdeel van het bewegingsonderwijs. De verantwoordelijkheid voor het zwemonderwijs is volledig bij de ouders neergelegd. Hierbij is een nieuw nationaal zwemdiploma gekomen, uitgegeven door de NRZ (toen nog Nationale Raad Zwemdiploma’s, thans Nationale Raad Zwemveiligheid). Deze instantie ziet tevens toe op de kwaliteit bij het diploma zwemmen.
Echter, wettelijk is deze rol niet geborgd en mag elke aanbieder in principe zijn eigen diplomalijn voeren. Hierdoor is een wildgroei aan diploma’s ontstaan. Daarnaast zijn meer en meer commerciële aanbieders in kleinere zwembaden lessen aan gaan bieden.
Was het ‘vroeger’ normaal dat een kind met een leeftijd van 5,5 tot 6 jaar begon aan de zwemlessen, ouders willen (begrijpelijk) dat hun kinderen op zo jong mogelijke leeftijd zwemveilig worden. De markt heeft hieraan voldaan en voor de lockdown starten veel kinderen al bij 4 jaar met zwemonderwijs.
Tegelijkertijd vindt een deel van de ouders zwemles een verplichting. Zeker bij ouders met ‘de haak’ als halve jeugdtrauma in het achterhoofd, is het sentiment t.o.v. het zwembad niet altijd positief. Daarnaast zijn de wachtruimten nog wel weinig klantvriendelijk en tenslotte goed zwemonderwijs veel geld. Ofwel, er is druk vanuit de ouders richting de zwembaden, maar ook richting de kinderen om snel af te zwemmen.
Beloften van een spelcomputer bij het behalen van een diploma, of het pas op een andere sport mogen na het behalen van een zwemdiploma zijn geen uitzonderingen. Hierbij lijkt het behalen van het diploma belangrijker dan dat het kind echt zwemveilig is. Daarnaast, zo blijkt uit de reportage van Radar, zwemmen kinderen af voordat zij echt zwemveilig zijn. Dit uit klaarblijkelijk commercieel oogpunt.
Parallel aan deze ontwikkeling hebben meer en meer gemeenten het schoolzwemmen wegbezuinigd. Immers, het behalen van het zwemdiploma is de verantwoordelijkheid van de ouders. Aan het gegeven dat zwemmen een belangrijke rol speelt in het bewegingsonderwijs is hierbij volledig voorbij gegaan. Inmiddels bieden minder dan 30% van de gemeenten nog het schoolzwemmen aan.
Daarnaast kosten zwembaden veel geld (hoeveel buitenbaden zijn er bijvoorbeeld niet wegbezuinigd?). Waren zwembaden vroeger veelal in beheer van de gemeente, tegenwoordig is een groot aantal zwembaden zijn door hun gemeenten ‘in de markt gezet’, waarbij een zo laag mogelijke bijdrage van de gemeente prioriteit krijgt boven de kwaliteit van dienstverlening.
De rol van de overheid
De overheid speelt een grote rol in de zwemveiligheid van onze jeugd. Zo is het opstellen van landelijke normen aan een nationaal zwemdiploma een logische. Immers, een rijschool mag ook niet haar eigen rijbewijs opstellen. Daarnaast is de rol van het zwemmen in het bewegingsonderwijs onderschat. Zo pleit de reddingsbrigade al jaren voor het herinvoeren van het schoolzwemmen.
Als de landelijke overheid het zwemonderwijs niet wil verplichten in het curriculum, dan is het zaak dat lokale overheden het schoolzwemmen oppakken. In deze video clip leggen wij uit wat het nut van het schoolzwemmen is in het bewegingsonderwijs aan de hand van twee experts.
Ook wordt het belang van sporten niet altijd op waarde geschat. Elke euro die gemeenten investeren in sport levert twee en een halve euro aan rendement op.
Het is van groot belang dat sport als kerntaak wordt gezien en niet als kostenpost. Bij minder financiële druk bij de exploitatie van zwembaden en meer focus op kwaliteit aan dienstverlening, zal het ‘product’ zwemles ook verbeteren.
Tenslotte is er de laatste jaren veel maatschappelijke aandacht geweest (en terecht) voor de salarissen van beroepen in het onderwijs, zorg, politie enz. Echter, ook de salarissen in de sport in het algemeen en zwembaden in het bijzonder blijven achter, terwijl de verantwoordelijkheden alleen maar toenemen. Als wij een bepaalde kwaliteit eisen dient hier ook naar betaald te worden!
Maar ook de branche zelf moet zich ontwikkelen!
Uiteraard ligt er ook een rol voor de branche zelf. De zwembranche is een redelijk behoudende branche waarin veranderingen langzaam gaan. Via modern zwemonderwijs kan er effectiever les worden gegeven, gericht op competenties en niet eindcriteria. Waarom hanteren we nog altijd bijvoorbeeld het door-het-gat-zwemmen, terwijl het doel van dit criteria ook op andere, veel plezierige manieren kan worden behaald. Daarnaast ontbreekt het de branche kennelijk aan slagkracht richting de overheid om haar belangen goed voor het voetlicht te brengen.
Conclusie: schoolzwemmen en sportbedrijf
De zwemveiligheid komt verder in het gedrang. Een groot deel van de oplossingen liggen bij het gebrek aan regelgeving en financiering. Zowel landelijke als de lokale overheid hebben een rol bij het oplossen van de problemen, waarbij er een uitdaging ligt in de branche om zich beter te verenigen en verder te professionaliseren.
In Zaanstad pleit Democratisch Zaanstad al langer voor de herinvoering van het schoolzwemmen. Ook behoort sport een kerntaak van onderwijs te zijn. Daarnaast gaan wij vragen stellen aan het college over de lokale situatie t.a.v. de kwaliteit van het lesgeven in lijn met de punten van dit artikel.
Onderwijs, jeugd en zorg
Jeugdzorg verdient samenwerking, niet polarisatie
Democratisch Zaanstad reageert op een artikel over jeugdhulp: de politiek staat niet onverschillig, maar werkt aan een constructief alternatief. Lees over het plan voor Specialistische Jeugdzorg in het Speciaal Onderwijs en de oproep tot samenwerking.

Jeugdzorg verdient samenwerking, niet polarisatie: een reactie van Democratisch Zaanstad
Naar aanleiding van het artikel ‘Discussie over jeugdhulp: Lokaal Zaans staat alleen’ op De Orkaan, voelen wij ons genoodzaakt een belangrijk misverstand uit de wereld te helpen. Het beeld dat de gehele raad onverschillig staat tegenover de noden in de jeugdzorg, doet geen recht aan de werkelijkheid. Integendeel, er is brede consensus over de urgentie, maar de aanpak verschilt.
De raad gaf aan dat het gevraagde loket niet als de juiste oplossing werd gezien. Wij herkennen ons dan ook in de conclusie dat de toon als negatief werd ervaren en het voorstel voor verwarring zorgde. Echter, dit betekent geenszins dat de raad niets wil doen.
Ons constructieve alternatief: Specialistische Jeugdzorg in het Speciaal Onderwijs
Namens Democratisch Zaanstad heeft ons Duo-Raadslid Ayla Kreekel gisteren juist een concreet en positief ontvangen initiatief aangedragen: Specialistische Jeugdzorg in het Speciaal Onderwijs. Dit voorstel is erop gericht om de zorg direct daar te leveren waar de kwetsbaarste kinderen zich al bevinden: op school. Hiermee voorkomen we wachtlijsten, drempels en schotten tussen onderwijs en zorg.
Wij waren verheugd door het enthousiasme waarmee zowel wethouder Groothuismink
als vier andere raadsfracties op ons plan reageren. Er was geen sprake van afwijzing, maar van een inhoudelijke en constructieve dialoog over de vervolgstappen. Sterker nog: de samenwerking om dit initiatief tot een succes te maken, is direct na de vergadering van start gegaan.
Een uitnodiging voor samenwerking
Het is opvallend dat deze positieve en gedragen ontwikkeling in het artikel op De Orkaan geheel onvermeld blijft. Alsof er alleen ruimte is voor conflict en niet voor daadwerkelijke, breed gedragen oplossingen. Democratisch Zaanstad kiest voor een aanpak die verbindt en vooruitgang boekt.
Onze boodschap aan de heer Karst van Groep de Boer is dan ook heel duidelijk: uw betrokkenheid bij de jeugdzorg is er dus blijkbaar. In plaats van eenzame acties, nodigen wij u van harte uit om u als zesde partij aan te sluiten bij ons agenda-initiatief. Laten we onze krachten bundelen voor de kinderen die het nodig hebben.
Kortom, de Zaanse politiek staat niet alleen, maar is hard aan het werk met een praktische oplossing. De jeugdzorg verdient geen polarisatie, maar een gezamenlijke inzet. Daar zetten wij ons voor in.
De fractie van Democratisch Zaanstad
Onderwijs, jeugd en zorg
Democratisch Zaanstad komt op voor menselijke maat in omstreden zorgzaak
Democratisch Zaanstad pleit voor menselijk zorgbeleid na omstreden casus in Koog aan de Zaan. Lees hoe een weduwe haar mantelzorgwoning mocht behouden

Politiek met een hart: casus Koog aan de Zaan als voorbeeld
Democratisch Zaanstad (DZ) blijft de partij die niet alleen opkomt voor rechten van inwoners, maar ook voor de menselijke kant van gemeentebeleid. Dat bleek onlangs opnieuw bij de zaak rond een zorg-aanbouw in Koog aan de Zaan, waar een weduwe dreigde te worden uitgezet.
Wat was er aan de hand?
Een mantelzorgwoning aan de Krokusstraat in Koog a/d Zaan, in 2016 gebouwd met toestemming van de gemeente, kwam onder vuur te liggen toen de bewoner overleed. De weduwe bleef achter en kreeg te horen dat ze moest vertrekken. De rechtbank oordeelde echter dat de gemeente onterecht had gehandeld: er was destijds wél vergunning verleend, en de situatie was menselijk gezien schrijnend.
In 2023 stelde DZ hierover direct vragen aan het college. Onder meer over:
• De oorspronkelijke vergunningverlening en communicatie.
• Of de menselijke situatie van de weduwe voldoende is meegewogen.
• Of het beleid rondom mantelzorgwoningen voldoende duidelijk en uitvoerbaar is.
Zie verder: https://democratischzaanstad.nl/omstreden-mantelzorguitbouw-koog-mag-langer-blijven-staan/?amp=1
De zaak raakt aan een terugkerend patroon: onduidelijke regelgeving, wisselende interpretatie van regels en afspraken en onvoldoende oog voor individuele omstandigheden. Democratisch Zaanstad grijpt deze casus aan om het college op te roepen tot meer:
• Zorgvuldigheid bij het beoordelen van uitzonderingssituaties.
• Vertrouwen in plaats van wantrouwen bij initiatieven van inwoners.
• Heldere communicatie met inwoners over hun rechten en plichten.
Tot slot: beleid dat raakt, moet kloppen
Democratisch Zaanstad blijft scherp op situaties waarin beleid uit de pas loopt met menselijke waardigheid. In dit geval werd voorkomen dat een oudere weduwe op straat kwam te staan. Maar het onderliggende probleem blijft: hoe voorkomen we dat regels tot willekeur leiden?
“Dit is geen unieke zaak. Daarom moet de gemeenteraad hieruit lering trekken en het college ook.”

Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling
DZ wil meer weten over kostenexplosie nieuwbouw ZNMC
Democratisch Zaanstad stelt kritische vragen over de kostenoverschrijding van €2,85 miljoen bij de nieuwbouw van het ZNMC. Wat ging er mis met de planning, financiële haalbaarheid en garanties? Lees de zorgen van fractievoorzitter Juliette Rot

Democratisch Zaanstad ziet de bui al hangen, nu de kosten van de nieuwbouw voor het Zaans Natuur & Milieu Centrum door het dak zijn gegaan en de gemeente de eerder verstrekte lening met bijna een miljoen euro heeft moeten verhogen. Wat als het ZNMC dat geld niet kan terugbetalen?
Het college stuurde een korte brief zonder echte achtergronden van de kostenstijging naar de raad en fractievoorzitter Juliëtte Rot neemt daar geen genoegen mee. Zomerreces of niet: zij stelt er schriftelijke vragen over. Ze wil meer weten over de veel te lage inschatting van de bouwkosten en waar het mis is gegaan bij de raming of de toetsing daarvan. Een vraag die twijfel zaait over de financiële draag- en slagkracht van het ZNMC is waarom de organisatie er niet in slaagde om zelf vier ton bijeen te brengen voor de bouw, zoals vooraf de bedoeling was.
Financieel zware tijden
Zaanstad zit nu met 2,85 miljoen euro in het ZNMC, in financieel zware tijden en nog donkerdere dagen in het verschiet. Zijn er garanties of zekerheden opgesteld voor de verhoogde lening en wie wordt verantwoordelijk voor de voortgang en kwaliteit van de ‘noodzakelijke afbouw’? Komt er een onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken en wat wordt er gedaan om een dergelijk debacle in de toekomst te voorkomen?
Circulaire bouw
Een saillant detail is dat voor de nieuwbouw werd gekozen voor circulair bouwen: het geraamte is het voormalige schoolgebouw van De Octant dat in Assendelft is afgebroken en in het Darwinpark in Zaandam weer werd opgebouwd, met ook extra ruimte voor het museum, een kinderopvang en horeca. Circulair bouwen zou goedkoper zijn dan nieuwbouw, zo was het idee vooraf, maar hoe kijken betrokkenen daar nu tegenaan? Intussen is de opening is vijf keer uitgesteld – van het voorjaar van 2023 naar nu september 2025 – en dat heeft ook maatschappelijke gevolgen die DZ graag belicht ziet.
Bron: Zaanstad.nieuws.nl
- Veiligheid, handhaving en publieke dienstverlening1 maand geleden
Oproep aan (jonge) vrouwen: help ons de Zaanstreek veiliger te maken
- Bestuur en financiën2 maanden geleden
DZ bindt de strijd aan met ‘zorgwekkende bestuurscultuur’
- ZaanZappen met Johan Philips1 week geleden
Volslagen idioot
- GR20261 maand geleden
Gewoon gezond verstand – Hoog tijd voor verandering in Zaanstad
- Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling1 maand geleden
-Update: DZ pleit voor oplossing schoenwinkel in Krommenie. Lees het verhaal in het artikel van het NHD.
- ZaanZappen met Johan Philips2 maanden geleden
Openbaar Vervoer Gedoe
- GR20264 weken geleden
Wij zijn op zoek naar jou!
- Nieuws1 maand geleden
“DZ bestookt college met 296 vragen in zomerreces: ‘Denk niet dat we nergens iets van vinden’’