Naar aanleiding van onze vragen over het sluiten van de horecazaak Cecen op het Stadhuisplein, is duidelijk geworden dat de broodjeszaak definitief gaat verdwijnen.

Hier de beantwoording van de vragen :

Geachte raadsgriffie,

Op 14 november 2023, sloot de burgemeester het pand van Cecen Bakery, gevestigd aan het Stadhuisplein in Zaandam. Tot op heden is het pand nog steeds gesloten. Naar aanleiding daarvan hebben wij de volgende technische vragen. 

In de berichtgeving van destijds werd aangegeven dat Cecen sinds 2021 de locatie aan het Stadhuisplein exploiteert, klaarblijkelijk al die tijd zonder horeca-vergunning. In de berichtgeving van destijds werd ook aangegeven dat het ontbreken van een horeca-vergunning, reden voor sluiting zou zijn en dat een dergelijke vergunning op dat moment wel aangevraagd zou zijn.

1. Is de locatie alleen gesloten door het ontbreken van een horeca-vergunning waardoor het terras niet geëxploiteerd mocht worden, of zijn er nog andere redenen? 

De locatie is destijds gesloten omdat Cecen een horecabedrijf in werking had zonder de daarvoor benodigde vergunning. Voorafgaand aan de sluiting zijn zij meerdere malen gewaarschuwd. Het pand is momenteel niet meer gesloten en het pand is vrijgegeven aan NS (eigenaar).

2. Klopt het dat er destijds een aanvraag voor een horeca-vergunning is ingediend en binnengekomen bij de gemeente? Zo ja, wanneer?

Ja. Op 9 oktober 2023 is er een aanvraag ingediend. Deze aanvraag was onvolledig en bleef, ondanks een schriftelijk verzoek om aanvulling van de ontbrekende gegevens, onvolledig, met als gevolg dat de aanvraag niet inhoudelijk kon worden getoetst aan de juridische kaders van de APV en de Wet bibob. Eerder, in augustus 2023, was een aanvraag voor een exploitatievergunning door dezelfde ondernemer, gevestigd aan de Gibraltar in Zaandam, ook buiten behandeling gelaten, omdat die aanvraag onvolledig was.  

3. Voor welke duur is Cecen Bakery destijds door de burgemeester gesloten?

Voor onbepaalde tijd. Cecen kon heropend worden indien de benodigde vergunning voor een horecazaak was verleend.

4. Is er een gemotiveerd verzoek tot heropening van het pand door de exploitant ervan, bij de gemeente ingediend? Zo ja, kunnen wij hiervan kennis nemen? Zo nee, waarom niet? 

De gemachtigde van de huurder heeft telefonisch een verzoek tot heropening ingediend. Het kan daarom niet worden gedeeld. Het verzoek was niet toereikend en kon om die reden niet worden ingewilligd.

5. Keert Cecen Bakery nog terug op deze locatie, of krijgt het pand een andere invulling? Zo ja, welke?

Het pand is in bezit van de NS. Eventuele andere invulling is aan hen. Cecen heeft zelf aangegeven niet terug te keren op deze locatie. Een van de ondernemers van Çeçen heeft op 24 juni jl. een aanvraag voor een exploitatievergunning ingediend om in het pand een nieuw horecabedrijf te starten. Deze aanvraag is in behandeling.

6. In de afgelopen maanden is er steeds meer te lezen over de onterechte sluiting van panden door burgemeesters in Nederland. In hoeveel en welke gevallen is daar sprake van binnen Zaanstad, als gevolg van een gerechtelijk vonnis waarmee is vast komen te staan, dat daarvan inderdaad sprake is?

Anders dan de landelijke berichtgeving waar u aan refereert, betreft het hier een ander type sluiting: een horecasluiting vanwege het feit dat een verplichte vergunning ontbreekt. De sluitingen waar u aan refereert zijn voornamelijk gericht op 13b- (aantreffen verdovende middelen) sluitingen van woningen.

7. Wordt het tot nu toe gevoerde beleid, op basis van deze vonnissen geëvalueerd? Indien ja, op welke termijn.

De vonnissen bij horecabedrijven vanwege het ontbreken van een verplichte vergunning geven geen enkele aanleiding om de handhaving van verplicht gestelde vergunningen te evalueren.

Precies driekwart jaar nadat burgemeester Jan Hamming de broodjeszaak onder zijn eigen werkkamer sloot, is die nog steeds niet heropend. Raadslid Juliëtte Rot vraagt zich af wat er in hemelsnaam aan de hand is.

Cecen Bakery heeft nu een jaar een winkel op het Stadhuisplein in Zaandam,maar is al langer dicht dan dat hij open is geweest. In november moest de zaak dicht wegens een vergunningskwestie, maar raadslid Juliëtte Rot van Democratisch Zaanstad (DZ) vindt dat steeds moeilijker te geloven. Zij kan namelijk niets vinden over een vergunning die in behandeling is, of bezwaar dat afgehandeld moet worden. Er lijkt helemaal niets te gebeuren. “Dat zien we elke week als we naar het stadhuis lopen”, zegt Rot. “Zo’n gesloten gebouw is erg detonerend. Het is wel echt een A-locatie.”

Rot vraagt de burgemeester en wethouders nu wat er aan de hand is. Als er iets aan de hand is met drugs of ondermijning, pakt Zaanstad in de berichtgeving altijd groot uit. Dat is niet gebeurd, er is gezegd dat het om de vergunning ging. Maar waarom moet dat zo lang duren?

Volgens ondernemer Özbek Ayhan waren het de stoelen in zijn zaak die het probleem vormden. Cecen Bakery mocht wel delicatessen verkopen, maar klanten mochten niet gaan zitten om het te nuttigen. Dan zou Cecen geen winkel meer zijn, maar een horecazaak en daarvoor had Ayhan niet de papieren. Toch gebeurde dat wel. De eigenaar had stoelen in zijn pand staan, waar klanten gebruik van maakten. Na een waarschuwing in september volgde in november sluiting van de zaak. Op dat moment liep de aanvraag voor een vergunning al.

Vakantie

Ayhan heeft nog een zaak in winkelcentrum Gibraltar in Peldersveld. Die zaak is open, maar antwoorden zijn daar niet te vinden. De ondernemer is met vakantie, zegt een verkoopster en het is onbekend wanneer hij terugkomt. Een vervanger is er ook niet.

Rot wil van de gemeente weten of de ontbrekende horecavergunning de enige reden was om de zaak te sluiten of dat er misschien nog iets speelde. Ook is ze benieuwd of de ondernemer gevraagd heeft om zijn zaak weer te mogen openen.

Rot houdt er ook rekening mee dat Zaanstad misschien te hard van stapel loopt met het sluiten van panden. Zij leest steeds vaker dat burgemeesters ten onrechte panden sluiten. Zij wil weten in hoeveel gevallen Zaanstad via een gerechtelijk vonnis een sluiting heeft moeten terugdraaien.

Bron: NHD

Hier de vragen aan het College:

Burgemeester Hamming heeft de gemeentesecretaris opdracht gegeven om vragen van Democratisch Zaanstad over een gesprek tussen de Ombudsman Metropool Amsterdam en een inwoner van Zaanstad niet meer te gaan beantwoorden.

Hieronder de brief die wij hierover hebben gestuurd naar de Raadsgriffie:

Geachte raadsgriffie,

In voorbereiding op het gesprek dat op 13 juni jl. onder leiding van de Ombudsman Metropool Amsterdam, tussen een inwoner van Zaanstad en de gemeente Zaanstad anderzijds heeft plaatsgevonden, hebben wij eerder vragen gesteld/ informatie opgevraagd.

Op 4 juni jl. is ons informeel bij monde van de burgemeester te verstaan gegeven, dat hij de gemeentesecretaris opdracht had gegeven om ambtelijk, o.a. op deze vragen, geen antwoorden te geven. Formeel gezien heeft de burgemeester dit niet aan ons dan wel de gemeenteraad kenbaar gemaakt. Daarom gaan wij ervanuit uit dat de eerder door ons gestelde vragen, aangevuld met de laatste informatie, alsnog beantwoord zullen worden.

Bij het gesprek op 13 juni jl. waren wij aanwezig als DZ omdat wij betrokken zijn bij deze casus. De burgemeester en een ambtenaar waren afgevaardigden namens de gemeente. Naar aanleiding van deze casus en ten aanzien van het advies dat de Ombudsman in deze casus inmiddels heeft uitgebracht, alsmede het advies, uitgebracht door de externe hoor -en adviescommissie, zouden wij graag antwoord willen hebben op de volgende vragen c.q. beschikking willen hebben over de volgende informatie:

1. Om welke reden is er nooit inhoudelijk reactie gegeven aan op de brieven van de betreffende inwoner en ook niet in antwoord op de vraag waarom er dan niet inhoudelijk op zijn brieven wordt gereageerd?

2. Hoe is tot de samenstelling van de deelnemers aan het gesprek op 13 juni jl. tot stand gekomen? En met welke onderbouwing?

3. Wat is de concrete vraag van de gemeente Zaanstad, aan de Ombudsman in deze casus, waardoor er een gesprek is plaatsvond op 13 juni jl. Of is dit gesprek een gevolg van het schrijven van de inwoner aan de Ombudsman?

4. Wat was de insteek van voornoemd gesprek, qua verwachting van) de uitkomst c.q. doelstelling ervan, volgens de gemeente Zaanstad?

5. Wat is de positie van de burgemeester als bestuurder in dergelijk casuïstiek, formeel gezien en waar is dit vastgelegd?

6. Op welke criteria wordt een beroep gedaan, om onderbouwd te kunnen bepalen dat een bestuurder wel deelneemt aan een dergelijk gesprek (zoals in deze casus) of niet deelneemt aan een dergelijk gesprek (zoals de casus Hemkade)?

7. Hoe worden adviezen van de Ombudsman in algemene zin, wel of niet, verwerkt in staand beleid?

8. Wat is volgens de gemeente grofweg het advies en de conclusie van de Ombudsman in deze casus, als het gaat om concrete verbeteringen voor de toekomst? Welke zaken/adviezen neemt de organisatie over, welke niet en waarom?

9. Welke ‘lessen’ trekt de gemeente uit deze casus en waarom?

10. Als verbeteringen/adviezen voortvloeiende uit het advies van de Ombudsman worden overgenomen, op welke wijze worden deze dan verwerkt en vastgelegd in de diverse werkinstructies en waar kunnen inwoners en ondernemers deze straks terugvinden?

11. Ziet de organisatie ook aanbevelingen die zouden kunnen bijdragen aan een betere en gelijkwaardige participatie van inwoners en ondernemers als het gaat om contact met de gemeente Zaanstad, in verschillende opzichten (conflictbeheersing, een functie als ‘recensent/klankbord’, de-juridificering, gebruik maken van expertise vanuit de samenleving, co-creatie en zo meer)? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

12. Maakt dit soort casuïstiek op de een of andere wijze, onderdeel van uit van het opstellen van beleid ‘omtrent participatie in Zaanstad’? Waarom wel of niet?

13. Hoe voorkomt de gemeente escalatie en het maken van aanzienlijke kosten in de toekomst, wanneer het in de kern gaat om een (volgens de Ombudsman, na onderzoek vastgesteld) probleem in de communicatie?

14. Is in deze casus, of in andere casuïstiek, gebruik gemaakt van de ‘lessen Toermalijn’? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

15. Zijn de ‘lessen Toermalijn’ op de een of andere wijze vastgelegd in beleid c.q. werkinstructie bij de gemeente Zaanstad? Zo ja, waar en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Alvast veel dank voor de beantwoording van onze vragen.

Met vriendelijke groet,

Juliëtte Esmée Rot

Fractievoorzitter Democratisch Zaanstad