ZaanZappen met Johan Philips
Draagvlak altijd meten?
Moet je als gemeente altijd het draagvlak onder inwoners meten bij het maken van impopulaire beslissingen?
Moet je als gemeente altijd het draagvlak onder inwoners meten bij het maken van impopulaire beslissingen?
Neem een willekeurige buurt in de gemeente Zaanstad (of ieder andere gemeente). De oudere bewoners wonen er al decennia lang en de kinderen hebben het nest al lang verlaten en elders een eigen nest gebouwd. Deze ouderen hebben één auto die zij het liefst voor de deur geparkeerd zien staan. Aan de overkant woont een gezin waarvan de ouders dus jaren geleden al het ouderlijk nest elders hebben verlaten en zelf al volwassen kuikens hebben. Vader heeft een bedrijfsauto die voor de deur moet staan, moeder heeft een auto die voor de deur moet staan en zoon en dochter hebben ieder een eigen auto die ook voor de deur moet staan. En die situatie dan met vier of meer keren vermenigvuldigd in één straat. Dat levert geheid meerdere ontevreden buurtgenoten op én -voor de gemeente nog belangrijker- teveel vervuilende auto’s in de stad.
Parkeervergunning dan maar? Elke woning anderhalve parkeerplaats gratis. Het liefst met het huisnummer erop vermeld. Elke volgende auto per adres moet een vergunning kopen en buiten de straat/buurt parkeren.
Draagvlak meten is dan lastig, want de adressen met meerdere voertuigen hebben altijd meer stemgerechtigden en dan is er dus geen draagvlak.
Buurtbewoners blijven ontevreden en de gemeente kan nooit hun uitstoot verminderende maatregelen doorvoeren.
Oplossing: aantal parkeerplaatsen voor elk adres gelijk en anders betalen. Als een woning dan toevallig een oprit heeft, moeten ze daar natuurlijk wel gratis op hun eigen terrein mogen parkeren.
Natuurlijk, het liefst zo min mogelijk parkeervergunningen in de gemeente, maar realistisch gezien staan de straten te vol en moet er iets gebeuren. Ook voor mijn en uw deur.
Maar gelukkig zit ik niet in de politiek. Voor hen die wel een zetel bezetten: succes en sterkte.
Fijne dag,
Johan Philips
ZaanZappen met Johan Philips
Thuisbatterij? Vergeet het maar
Kan jij de dagopbrengst van jouw acht zonnepanelen in zo’n batterij opslaan?
Ook bij de buren was een kaart van “Thuisbatterijproject Zaanstad “ in de bus geschoven. Toen ik thuiskwam stond de buurman bedenkelijk omhoog te kijken naar de zonnepanelen op zijn dak.
Ik keek met hem mee.
“Alles oké, buur?” Vroeg ik. Hij vertelde over die kaart in Zaans groen, die vermeld dat je nog tot 1 november kan inschrijven op het collectief om zo’n batterij aan te schaffen.
Ik vertelde wat ik daarvan vond:
Die kaart komt niet van de gemeente. De gemeente doet alles in het blauw. Die kaart komt van een bedrijf die jou en de rest graag thuisbatterijen wil verkopen, het liefst met een financieringsregeling, want dan kunnen ze rente rekenen. Vervolgens kun je nog niet eens een dagopbrengst van jouw acht zonnepanelen in zo’n batterij opslaan. Je zal dus je huishoudelijke apparaten moeten inruilen voor apparatuur met timers, zodat ze aangaan als jij op je werk bent. Lekker duur en niet zo’n veilig idee.
“We zijn er met zijn allen toch weer ingestonken, buur.” Zei ik. Neem toch zonnepanelen, zeiden ze. En een elektrische auto. Ga van ‘t gas af, zeiden ze. Milieu hier, klimaat daar. En toen de panelen met hun fijne terugverdientijd op het dak lagen en de gaskraan dicht stond gingen ze de saldering afschaffen en het terugleveren berekenen. Het net kan de teruglevering en de laadpalen niet eens aan.
Ik schaf helemaal niets meer aan omdat regering of de klimaatgekkies dat graag willen. Ik trek die panelen zo weer van mijn dak en donder ze op het Binnenhof neer. Klaar met dat gezeur.
“En nu ga ik even naar de slager, want ik wil een runderlappie stoven op mijn elektrische kookplaat.”
Fijne week
Johan Philips
Wat een sacherijnen, die Zaankanters.” Sprak de man achter mij in de rij voor de kassa. Ik draaide me om en keek hem glimlachend aan. Bij hemzelf kon er ook geen lachje vanaf. Met een norse blik keek hij terug.
“Moet je al die kwaaie koppen zien.” Zei hij. Inderdaad stonden mensen in zichzelf gekeerd of door het wachten geïrriteerd niet vrolijk te kijken.
“Twee vraagjes, antwoordde ik, u komt niet uit Zaanstad en u bent zelf wel goedgemutst vandaag?”
“Ik kom uit Purmerend, maar woon hier al twintig jaar.” Zei hij.
“Dan bent u ook een Zaankanter én qua gezichtsuitdrukking past u helemaal in het plaatje.” Lachte ik. Ik vertelde dat ik geboren en getogen Zaankanter ben, maar dat ik nooit in de Zaanstreek heb gewerkt. Bijna 25 jaar werkte ik in Purmerend en daar waren de mensen ook niet altijd even vrolijk.
“Ik ben import-purmerender.” Probeerde hij zichzelf er onderuit te kletsen.
“En nu import-Zaankanter.” Ondertussen legde ik mijn pinpas op de pin automaat. Nee hoor, geen bonnetje nodig. “Prettige dag.” Wenste ik het vriendelijk lachende meisje achter de kassa en ik lachte de man vriendelijk gedag.
Zeker vanaf de coronatijd zijn de mensen overal niet meer zo vrolijk als ze in een drukke winkel hun boodschappen moeten doen. Snel, snel en dan die rij bij de kassa ondergaan en wegwezen. Tel daar de achterlijk hoge prijzen voor de boodschappen bij en je blik wordt inderdaad sacherijnig.
Later die middag moest ik met moeder de vrouw onze jaarlijkse coronavaccinatie halen. We hadden kunnen kiezen uit priklocaties in Zaandam, de Koog, of Krommenie. Het werd De Pelikaan in Krommenie. Bij binnenkomst werden we allerhartelijkst verwelkomd door een dame van onze leeftijd. In het priklokaal werkten vriendelijke jongelui van allerlei etnische pluimage. Als deze luitjes nog niet in Zaanstad wonen zouden zij zeker een aanwinst voor de gemeenschap zijn. Zo vrolijk en vriendelijk. Ik heb voor het eerst de naald niet gevoeld toen de jongedame met oost-Europees accent hem in mijn schouder duwde.
Een halletje door naar de wachtkamer om een kwartier te wachten op een eventuele toeval.
De jongeman die de geprikten in de gaten moest houden had een whiteboard gevonden en was met de cliënten galgje aan het spelen. Het werd een gezellig kwartiertje dat voor velen nog uitliep ook. De vaccinatie werd daardoor een uitje.
Misschien moeten ze in de Zaanse supermarkten bij elke kassa een whiteboard neerzetten, zodat de wachtenden Boter Kaas en Eieren kunnen spelen. Wordt het wachten toch nog gezellig.
Fijne week
Johan Philips
ZaanZappen met Johan Philips
Zware beroepen
Iedereen verdient een normale pensioengerechtigde leeftijd
Politiemensen, stratenmakers, metaalbewerkers en schoonmakers moeten als het aan vakbonden en CAO onderhandelaars ligt, vroeger met pensioen kunnen. Zij hebben namelijk ooit een zwaar beroep gekozen. Tandenknarsend volgt iedere werkende zestiger buiten die doelgroepen het nieuws. Als je de zestig bent gepasseerd is namelijk ieder beroep lichamelijk en/of geestelijk zwaar en wordt het ook steeds zwaarder. Zeker als je dagelijks klanten moet helpen.
Klanten, de goede daargelaten, zijn over het algemeen een ondragelijk volkje. Als personeel moet je je altijd houden aan regels en protocollen die de werkgever heeft opgesteld. Klanten willen echter altijd meer voor minder, het liefst gratis en het moet eerder en sneller. Dat maken ze kenbaar met gezeur, schelden, vloeken en soms ook met dreigementen. Als je de leeftijd van zestig eindelijk hebt bereikt begin je niet alleen je jongere collega’s en werkgever zat te worden die 200% inzet van jou verwachten zodat zij zelf rustig op hun telefoon kunnen gaan staan gluren. Je bent ook dat gezeur en die grote bekken van klanten steeds vaker beu. Dan is werkend de vijfenzestig halen al een zware laatste uitdaging. Laat staan de zevenenzestig.
Op je tweeënzestigste met pensioen, dat is net mooi. Dan komt er weer ruimte voor de “jeugd” en dan kan jij je eindelijk weer aan je lang uitgestelde hobby gaan wijden. Of met je partner lekker een eindje te gaan fietsen. Of om de stoep voor je huis onkruidvrij te maken en de tegels goed te leggen omdat de gemeente het verdomt. Daar had je al jarenlang namelijk geen fut of tijd meer voor. Je was namelijk lichamelijk en geestelijk moe aan het worden door dat zware beroep waarvan iedereen denkt dat het zo makkelijk een middeninkomen verdienen is.
Iedereen verdient een normale pensioengerechtigde leeftijd. Maar ja in Nederland is alles hoger, meer en duurder dan in de rest van de EU, ook die pensioenleeftijd en daar verandert helemaal niemand iets aan. Ook de Zaanse politici die zich naar Den Haag hebben opgewerkt niet.
Fijne (werk)week
Johan Philips
- Werk, inkomen en economie2 maanden geleden
Cecen Bakery verdwijnt bij Station Zaandam
- ZaanZappen met Johan Philips2 maanden geleden
Dank voor uw advies, daarmee doen we niets
- Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid5 dagen geleden
Erfpachtschade kan in de miljoenen lopen
- Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling1 maand geleden
Geen Windturbines bij Noorder IJplas: Gedeputeerde Staten Tegen Windmolenplannen
- ZaanZappen met Johan Philips1 maand geleden
Prioriteit: water naar de zee
- ZaanZappen met Johan Philips1 maand geleden
De Inwoner wacht op antwoord
- ZaanZappen met Johan Philips4 weken geleden
Zware beroepen
- Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid1 week geleden
Democratisch Zaanstad struikelt over aanpak slecht begaanbare stoepen