Bestuur en financiën
Gemeente omzeilt eigen kosten voor watertoeristenbelasting.
Gemeente omzeilt eigen kostenvoor watertoeristenbelasting.Democratisch Zaanstad ontdekte ook nog een onwaarheid in het schrijven van de gemeente aan de ondernemers, en stellen 17 vragen aan het college hierover.
Tekst Zaanstad.nieuws.nl:
De Zaanse watersportverenigingen hebben van de gemeente tien dagen de tijd gekregen om te laten weten of ze er door het tekenen van een ‘vaststellingsovereenkomst’ vanaf zien om hun aangifte van de watertoeristenbelasting over het werkelijke verblijf van gasten te doen, en kiezen voor een vast bedrag voor vaste ligplaatsen. Dat laatste scheelt Zaanstad een duur onderzoek.
De weerstand tegen de invoering van de gemeentelijke heffing is groot binnen de sector, die de bezwaren keer op keer zonder succes heeft toegelicht. De gemeenteraad stemde er in meerderheid mee in. Nu de afdeling Belastingen in actie is gekomen, heeft Democratisch Zaanstad daar de nodige vragen bij. De vaststellingsovereenkomst komt volgens de fractie uit de lucht vallen en de juridische onderbouwing is niet helder.
Verhuurders van ligplaatsen krijgen vanwege de dit jaar ingevoerde watertoeristenbelasting na afloop van het seizoen vanaf 31 oktober een aangifteformulier waarop ze moeten invullen hoeveel vaste ligplaatsen er zijn verhuurd en hoeveel passanten voor hoelang een tijdelijke ligplaats hebben gebruikt. De gemeente rekent dan de verschuldigde belasting uit.
Gemiddeld bezoek
Voor de vaste ligplaatsen wordt een forfaitair aantal verblijven gehanteerd, dat wil zeggen een vast, van te voren bepaald aantal bezoeken aan de ligplaats. Per ligplaats is dat gemiddelde vastgesteld op achttien etmalen met 2,1 personen, dus 37,8 etmalen. Het tarief voor 2021 is twee euro per etmaal verblijf en dus moet er per vaste ligplaats 75,60 euro worden afgerekend. Hoe reëel deze forfaitaire heffingsmaatstaf is moet echter nog duidelijk worden uit gemeentelijk onderzoek naar het werkelijke gebruik van boten met vaste ligplaatsen.
Privacy
Als verhuurders nu de aanslagen in de bus vallen kunnen aantonen dat er minder verblijf is gehouden dan 37,8 etmalen, kan aangifte worden gedaan voor het werkelijke aantal. Dat kan echter alleen voor alle ligplaatsen tezamen – niet dus niet voor een enkele minder gebruikte ligplaats – en de claim moet met een goede registratie onderbouwd worden. De jachthavens hebben hier moeite mee, vanwege de privacy-gevoeligheid van deze informatie. Het is mede om die reden dat de vaststellingsovereenkomst is bedacht – en om de gemeente geld te besparen.
Verplicht onderzoek…
Het forfait voor vaste ligplaatsen voorkomt dat besturen van verenigingen en exploitanten van havens iedere dag moeten bijhouden en registreren hoeveel personen op de vaste ligplaatsen verblijven. Maar een voorwaarde voor het gebruik van een forfait is dat de aantallen zijn onderzocht. De gemeente moet dus onder de watersporters bevragen over het aantal malen dat zij jaarlijks op hun in Zaanstad liggende boot verblijven. Dat gaat om etmalen of delen daarvan.
… en het omzeilen van onderzoek
‘Uit landelijk en regionaal onderzoek kunnen wij goed voorspellen dat het gemiddelde van achttien etmalen met 2,1 personen ook in Zaanstad zal kloppen. Echter, we moeten het ook daadwerkelijk vaststellen. Dit onderzoek wordt echter als privacygevoelig ervaren omdat we uw gasten rechtstreeks gaan benaderen. Hoewel wij het recht daartoe hebben op grond van de belastingwetgeving (die voorrang heeft op de AVG), willen wij ook niet zover gaan dat we dit gaan afdwingen. Temeer omdat er een mogelijkheid is om onder dit intensieve en dus dure onderzoek uit te komen,’ zo schred de gemeente aan de betrokken verhuurders: de vaststellingsovereenkomst.
‘Als iedere belastingplichtige met vaste ligplaatsen – de verenigingsbesturen en exploitanten van commerciële bedrijven – een overeenkomst sluit met de gemeente dan hoeft het onderzoek niet plaats te vinden.’ Er wordt dan gewoon met Zaanstad afgesproken dat het werkelijke verblijf op de vaste ligplaatsen jaarijks 37,8 etmalen per ligplaats is. Er hoeft niets meer bijgehouden te worden en omdat formeel het forfait niet wordt toegepast, hoeft dat ook niet meer onderzocht te worden.
Kosten en baten
De gemeente maakt dus een verordening die moet leiden tot extra inkomsten, en omzeilt vervolgens dát deel van de nieuwe regels dat haarzelf op kosten jaagt. Dat is des te opmerkelijker omdat van diverse kanten is gesteld dat de heffing van watertoeristenbelasting de gemeente vanwege de daarvoor de maken kosten sowieso niets oplevert. Blijken de uitgaven groter dan de baten, dan kan de heffing weer van tafel. Ondernemers die Zaanstad helpen de kosten te verlagen door de vaststellingsovereenkomst te tekenen, zouden er daarmee dus aan kunnen bijdragen dat de impopulaire belasting juist in stand wordt gehouden.
Raad stelt tarieven vast
Democratish Zaanstad ontdekte ook nog een onwaarheid in het schrijven van de gemeente aan de ondernemers. Daarin staat dat de overeenkomst gaat gelden voor de jaren 2021 tot en met 2025. Als bijkomend voordeel wordt genoemd dat aanbieders van ligplaatsen daarmee voor meerdere jaren weten waar ze financieel aan toe zijn voor de heffing van de watertoeristentaks over de vaste ligplaatsen. Dat is echter niet zo, zoals ook elders in de brief te lezen is: het is de gemeenteraad die jaarlijks de tarieven bepaalt en die kunnen fluctueren.
DZ is nu benieuwd hoeveel vaststellingsovereenkomsten er inmiddels gesloten zijn en welke financiële waarde die vertegenwoordigen: meer of minder dan de voor dit jaar begrote 40.000 euro? Komende week staat het tarief voor 2022 op de agenda van de raad, tijdens de begrotingsbehandeling.
Lokale heffingen
Wanneer wel/niet in beroep tegen uitspraak rechter om WOZ-waardebepaling
De fractie van Democratie Zaanstad heeft het college van B&W een serie vervolgvragen gesteld omtrent de WOZ-waardebepaling in Zaanstad.
De fractie van Democratie Zaanstad heeft het college van B&W een serie vervolgvragen gesteld omtrent de WOZ-waardebepaling in Zaanstad. Een en ander naar aanleiding van de beantwoording van het college op eerdere artikel 51-vragen. De raadsfractie is onder meer geïnteresseerd in hoe de besluitvorming loopt in Zaanstad als er besloten wordt al dan niet in beroep te gaan tegen een uitspraak van een rechter.
De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een rechtszaak over de hoogte van de WOZ-waarde woning van inwoner van Zaanstad. De bestuursrechter stelde in die zaak (2 mei 2024) de inwoner in het gelijk. Bovendien werd in de rechtszaak de WOZ-waarde van de woning lager vastgesteld. Zaanstad moest griffierechten betalen en het teveel betaalde bedrag terugbetalen aan de eigenaar van de woning. Bijzonder en reden voor de nieuwe vragen van DZ is een uitspraak van het afdelingshoofd belastingen in een brief aan de eigenaren: “Hoewel ik mij niet kan vinden in de waarde zoals die door de rechter is bepaald, heb ik besloten om tegen deze uitspraak geen hoger beroep in te stellen.”
In de beantwoording van de eerdere artikel 51-vragen van DZ, reageerde het college van B&W dat het geen oordeel heeft over het vonnis van de rechter. Naar aanleiding van die uitspraak en de reactie van het afdelingshoofd over de door de rechter bepaalde WOZ-waarde wil DZ weten hoe dat zich verhoudt met de reactie van B&W geen oordeel te hebben over het vonnis en vooral ook hoe wordt besloten al dan niet in beroep te gaan tegen een uitspraak van een rechter.
Precedentwerking
Volgens B&W heeft het vonnis van de bestuursrechter geen precedentwerking. Vrij vertaald betekent dit dat andere WOZ-benadeelden in Zaanstad niet naar dit vonnis kunnen verwijzen om hun bezwaren gegrond verklaard te krijgen. Alleen is onduidelijk, vindt Democratisch Zaanstad, waarom dit specifieke vonnis geen precedentwerking heeft. Het college heeft die opvatting niet onderbouwd stelt DZ, reden om alsnog om die onderbouwing te vragen. Aanleiding hiervoor is uiteraard het negatief oordeel van de bestuursrechter over de manier waarop in Zaanstad de WOZ-waardebepaling verloopt. Betrof het hier een uitspraak over een WOZ-waardebepaling in 2022, er loopt nog een rechtszaak over een WOZ-waardebepaling van dezelfde woning in 2023. Voor die laatste zaak is door het college een taxateur aangesteld. Waarom zegt de gemeente dan in het ene geval geen oordeel te hebben over een uitspraak van de rechter en in het andere geval te besluiten een taxateur aan te stellen, vraagt de DZ-fractie zich af.
30% Bezwaren tegen WOZ-waardebepaling succesvol
Democratisch Zaanstad had eerder gevraagd of er meer bezwaarmakers hun zaak met succes zagen afgewikkeld. Volgens B&W is 30% van de bezwaren/beroepen tegen een waardebepaling succesvol geweest. Maar concrete informatie wil het college vanwege de privacywetgeving niet verstrekken. Desondanks wil DZ graag die informatie, dan maar zwartgelakt/privacyveilig.
B&W zijn niet altijd verplicht informatie te delen met de gemeenteraad blijkt uit beantwoording van eerdere DZ-vragen. Argument hiervoor is dat er sprake kan zijn van ‘persoonsgebonden casuïstiek’, maar onduidelijk is welke criteria hiervoor gelden. Het leidt tot vraagtekens, omdat in het sociaal domein bijvoorbeeld wel dergelijke informatie wordt gedeeld met de gemeenteraad. Waarom zou je bij het ene wel en bij het andere geen informatie verschaffen?
Bron : RadioTVZaanstreek
Hierbij onze vragen aan het college:
Lokale heffingen
Bezwaar maken tegen WOZ heeft zin: 30% wordt verlaagd
Vragen stellen aan het College en bijna geen antwoorden krijgen.
“In de afgelopen jaren leidde circa 30 procent van de ontvangen bezwaren tegen de vastgestelde WOZ-waarde, tot een verlaging.”
Het citaat is bijvangst uit een serie vragen die Juliëtte Rot stelde over succesvolle bezwaren die een inwoner bij de rechtbank tegen de vastgestelde WOZ-waarde had gemaakt. Bijvangst maar wel een nieuwtje en iets om in de oren te knopen bij de volgende aanslag.
Aantallen en details willen burgemeester Hamming en wethouder Stephanie Onclin niet geven: “De uitspraken op de bezwaren vallen onder de wettelijke geheimhoudingsplicht.” Dat is natuurlijk onzin, als hij het percentage kan geven, is het aantal natuurlijk ook openbaar (niks ‘geheimhoudingsplicht’). Bovendien vraagt Rot naar de ‘vonnissen’ en dat zijn – geanonimiseerde – uitspraken.
Hamming en Onclin zijn sowieso kribbig bij de beantwoording. De WOZ-zaak speelt ook een rol in de ruzie tussen Rot en Zaanstad over een onderzoek dat Hamming naar Rot wil laten uitvoeren waarbij klachten over haar integriteit een rol zouden spelen. Zaanstad wil eigenlijk niks zeggen (‘geen oordeel’) en stelt ook dat de uitspraak geen precedentwerking heeft (ook dat is nog maar de vraag, iedereen kan met verwijzing naar deze zaak een nieuwe zaak aanspannen en dan kan het zeker precedentwerking hebben).
De vragen met het antwoord zijn hier te vinden. Wie op die link klikt, komt in het Raadsinformatiesysteem. Tot niet zo lang geleden waren documenten te downloaden vanaf deze site. Om onnaspeurlijke redenen kunnen wij deze optie niet meer vinden. Dat maakt ons werk (en dat van burgers die geïnteresseerd zijn er niet beter op).
Bron: De Orkaan
Hier de vragen en de beantwoording:
Bedrijfsvoering
Alom onduidelijkheid over aanklacht integriteit fractievoorzitter DZ
Commissaris van de Koning beoordeeld integriteitsklacht jegens Burgemeester Hamming.
Na een aantal verzoeken van DZ om informatie van de gemeente, wordt er eindelijk iets meer duidelijk over het betichten van mogelijke belangenverstrengeling van onze fractievoorzitter Juliëtte Rot, door Burgemeester Hamming.
Het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad meldt DZ het volgende:
“De aanleiding voor een onderzoek is door de burgemeester geuite zorgen over uw handelen inzake o.a. de kwestie met dhr. Van Groeningen en de kwestie met de familie Groen die volgens de burgemeester mogelijk (de schijn van) belangenverstrengeling in zich hebben en uw verzoek om een integriteitsonderzoek.”
“Op basis van het eerder genoemde meld- en onderzoeksprotocol integriteit politieke ambtsdragers is de eerste stap dat we nagaan of er sprake is van een concreet vermoeden van een integriteitsschending. De zogenaamde validatiefase. Dit willen we zorgvuldig doen door de melder, in dit geval burgemeester, te horen.”
Het is DZ duidelijk geworden dat Burgemeester Hamming zelf melder is van integriteits schendingen aan het meldingspuntintegriteit.
Helaas heeft deze melder, aan onze fractievoorzitter Juliëtte Rot, tot op de dag van vandaag, nog steeds niet concreet gemaakt waar de integriteitsschendingen en belangverstrengelingen uit bestaan.
Democratisch Zaanstad is dan ook benieuwd of Burgemeester Hamming door de validatiefase van het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad komt.
Het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad bevestigd in haar mail de stelling van onze fractievoorzitter Juliëtte Rot, dat Juliëtte zelf heeft verzocht om een integriteitsonderzoek en niet zoals de Burgemeester meldde aan de Gemeenteraad, dat de Burgemeester zelf het onderzoek initieerde.
Deze bevestiging van het meldpuntintegriteit van de gemeente Zaanstad heeft de fractievoorzitter doorgeleid naar de gemeentelijke ombudsman om een klacht over de Burgemeester in te dienen.
De gemeentelijke ombudsman heeft op zijn beurt aan DZ gemeld, dat hij de Commissaris van de Koning inmiddels heeft geïnformeerd, om de integriteitsklacht jegens Burgemeester Hamming te beoordelen.
- Werk, inkomen en economie2 maanden geleden
Broodjeszaak Cecen op het Stadhuisplein in Zaandam is langer dicht dan open
- Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling2 maanden geleden
DZ stelt vragen inzake ‘Signalen ondermijnende activiteiten op de Hemkade te Zaandam’
- Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling2 maanden geleden
Mysterieuze uitstroom Norit met ‘witte vlekken’ in Noordzeekanaal.
- Lokale heffingen2 maanden geleden
Bezwaar maken tegen WOZ heeft zin: 30% wordt verlaagd
- Werk, inkomen en economie2 maanden geleden
DZ springt in de bres voor Kip van Rick
- Werk, inkomen en economie1 maand geleden
Cecen Bakery verdwijnt bij Station Zaandam
- ZaanZappen met Johan Philips3 maanden geleden
Geen klimaatburgemeesters nodig, maar gezond werkend innovatief verstand
- Lokale heffingen2 maanden geleden
Wanneer wel/niet in beroep tegen uitspraak rechter om WOZ-waardebepaling