

Nieuws
DZ stuurt noodkreet over participatie bij bouwplannen in Zaanstad naar commissaris van de Koning.
Via een open brief heeft Democratisch Zaanstad de commissaris van de Koning gisteren verzocht om tot het opstellen en uitbrengen van een advies aan de gemeente Zaanstad, ten aanzien van de Provinciale toezicht domeinen ‘informatiebeheer’ en ‘omgeving’.
Via een open brief heeft Democratisch Zaanstad de commissaris van de Koning gisteren verzocht om tot het opstellen en uitbrengen van een advies aan de gemeente Zaanstad, ten aanzien van de Provinciale toezicht domeinen ‘informatiebeheer’ en ‘omgeving’. In dit advies zouden de aspecten zoals beschreven in deze brief wat ons betreft aan bod moeten komen, waarbij ook de vraag over financiële haalbaarheid en consequenties voor Zaanstad onderzocht zou moeten worden.
Democratisch Zaanstad heeft de afgelopen jaren tevergeefs geprobeerd om het college van Zaanstad ervan te overtuigen dat zij haar taken als hoeder van de belangen van al haar inwoners, ten aanzien van participatie, structureel verwaarloosd. De gemeente dient zich bij al haar handelen te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Met het ontbreken van een zorgvuldige belangenafweging tussen het publieke belang, versus private belangen en een concreet vastgelegd participatiebeleid, verankerd in planprocessen, schendt zij deze beginselen.
De toepassing van participatie faalt in Zaanstad structureel, door het ontbreken van concreet beleid. De belangen van bewoners worden ondergeschikt gemaakt aan private belangen. Daarnaast bestaat er grote onduidelijkheid over de financiële consequenties voor Zaanstad van alle geplande bouwplannen. Voldoende draagvlak voor bouwplannen is volgens Democratisch Zaanstad een belangrijk uitgangspunt en zou niet afhankelijk moeten zijn van politieke processen.
Volgens de wet Interbestuurlijk toezicht op gemeenten, is de Provincie onder meer toezichthouder ten aanzien van ruimtelijke ordening, bouwen en huisvesting en is dit toezicht gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken.
Brief:
Aan de Commissaris van de Koning, de hoogedelgestrenge heer Th. H. van Dijk
Postbus 3007
2001 DA HAARLEM
Juliëtte Esmée Rot, Fractievoorzitter Democratisch Zaanstad
Onderwerp: Participatie bij bouwprojecten in de Gemeente Zaanstad
Zaandam, 6 maart 2022
Hoogedelgestrenge heer van Dijk,
De gemeente Zaanstad faciliteert sinds 2016 een groot aantal bouwplannen onder de noemer ‘Maak.Zaanstad’. Dit project liet voorafgaande aan de start al een geprognotiseerd verlies zien van 100 miljoen euro. In 2017 werd ten behoeve van dit programma een notitie opgesteld waarin als belangrijke doelstelling was opgenomen dat belanghebbenden ‘meepraten maar niet meebeslissen’. De afgelopen maanden is er een duidelijk beeld ontstaan dat deze doelstelling voor grote problemen zorgt ten aanzien van participatie bij de verschillende bouwplannen, met onvrede, weerstand van omwonenden en betrokkenen en zelfs juridische procedures als gevolg. En dat geheel in strijd met een duidelijke afspraak tussen het huidige college en Democratisch Zaanstad met als doel om het aantal juridische procedures te verminderen en zo veel als mogelijk te voorkomen.
De conclusie is dat de zorgplicht die het college van Zaanstad heeft voor al haar burgers wordt verzaakt als het gaat om de nieuwbouwplannen van Zaanstad. Het college gaat bij deze plannen aantoonbaar niet voor het algemeen belang en een zorgvuldige belangenafweging van het belang van omwonenden die te maken krijgen met de negatieve effecten van deze nieuwbouw. Vooral de belangen van de private partijen wegen zwaarder dan de publieke belangen, ten koste van de belangen van de omwonenden.
Voordat ik als gemeenteraadslid van de gemeente Zaanstad in zal gaan op een aantal specifieke voorbeelden waarbij participatie geheel ontbrak of mislukt is, wil ik voor de context van dit schrijven een aantal relevante feiten en omstandigheden benoemen.
Algemene relevante feiten en omstandigheden
Vooruitlopend op de invoering van de omgevingswet werkt de gemeente Zaanstad zoveel mogelijk in de ‘geest van de omgevingswet’ zoals zij dit zelf omschrijft. Dit betekent in Zaanstad dat de gemeente het participatieproces aan de ontwikkelaar laat (qua organisatie en afwikkeling daarvan). De gemeente blijft echter verantwoordelijk voor het afwegen van de belangen van de omwonenden in het besluitvormingsproces. In de praktijk is de gemeente Zaanstad mede-eigenaar van bouwplannen en schaadt dit de objectiviteit van de beoordeling van een ontwikkeling en worden belangen van bewoners, zonder uitzondering ondergeschikt gemaakt aan zowel de ‘bouwopgave’ als de ontwikkelaar. De verschillende partijen in een plangebied hebben allemaal het beste voor met de ontwikkeling, alleen hebben ze verschillende, soms tegenstrijdige belangen, én verschillende visies op wat nodig is om dat ‘beste voor het gebied’ te laten ontstaan.
Het is in het belang van zowel de ontwikkelaar als de gemeente om tot overeenstemming te komen met belanghebbenden die betrokken zijn bij de verschillende bouwplannen. Het is daarom onlogisch dat er geen eenduidige en heldere werkwijze opgesteld is voor participatie bij ruimtelijke ordening in gemeente Zaanstad, met duidelijke spelregels en bijbehorend afwegingsinstrumentarium. In de praktijk wordt niet duidelijk op basis van welke objectieve criteria, de mate van het belang dat bewoners hebben bij een bouwplan, wordt vastgesteld.
Voorbeelden van concrete bouwplannen binnen het project Maak.Zaanstad, waarbij participatie ontbreekt dan wel niet succesvol is vormgegeven/uitgevoerd (niet uitputtend opgesomd):
- Ontwikkeling jachthaven Dukra
Omschrijving casus: In januari 2021 werden omwonenden van jachthaven Dukra tijdens een informatiebijeenkomst overvallen met een volledig uitgewerkt plan. Gemeente en ontwikkelaar bleken 4 jaar met elkaar te hebben gewerkt aan het plan voor een ingrijpende transformatie tot “Marinapark Houthaven”. Begin 2018 was hiervoor zelfs al akkoord van de gemeentelijk supervisor. De ontwikkelaar bleek Dukra te hebben gekocht als ontwikkellocatie. Het initiatief voor een gemengd programma inclusief o.a. drijvende woningen was afkomstig van de gemeente. Ook bleek dat de gemeente de ontwikkelaar had afgeraden eerder in contact te treden met direct omwonenden. Het plan is in strijd met het huidige bestemmingsplan en heeft een grote impact op de buurt. De gemeente heeft nu voor de tweede maal een externe procesbegeleider ingehuurd voor een participatietraject “achteraf”. Er is echter nog geen overeenstemming over het participatieplan. Direct omwonenden zijn van mening dat de randvoorwaarden voor een deugdelijk participatietraject nog niet ingevuld zijn, waaronder heldere kaders en een goede informatievoorziening. De eerste externe partij gaf de opdracht overigens terug wegens gebrek aan vertrouwen om een dergelijk traject te kunnen realiseren.
- 2. Bouwplan Badhuisweg, Zaandam
Omschrijving casus: Na eerdere bouwplannen (2004) in dit plangebied, werden omwonenden in september 2020 geconfronteerd met een bouwplan van 120 woningen. Dit bouwplan blijkt op verzoek van de gemeente, door een corporatie, zonder enige inspraak, tot stand te zijn gebracht. Ook dit project is in stilte ontwikkeld vanaf 2018 waarbij de finale versie als vaststaand feit aan bewoners werd gepresenteerd zonder enige participatie. Er werd achteraf een participatiedocument opgesteld om deze omissie te repareren. Ook is niet aantoonbaar gemaakt dat het project financieel rendabel is.
- 3.Herontwikkeling Peperstraat, Zaandam
Omschrijving casus: De gemeente Zaanstad heeft het initiatief genomen voor sloop. In 2019 kregen bewoners van de Peperstraat (fase 1) per brief de mededing dat zij hun woning kwijt zouden raken vanwege nieuwbouw op deze locatie, bestaande uit een op dit moment nog steeds niet vaststaand aantal nieuwbouwwoningen. Ook in deze casus is geen sprake geweest van participatie en daarbij is niet feitelijk aantoonbaar gemaakt dat het project financieel rendabel is. Eind 2021 nam de gemeenteraad in meerderheid het besluit om akkoord te gaan met de bouwplannen, zonder woongarantie voor de bestaande bewoners.
- 4. ‘Kan aan de Zaan’, Zaandam
Omschrijving casus: De werkgroep ‘KanBETERbijdeWitteOlifant’ heeft grote bezwaren tegen het gepresenteerde ‘Kan aan de Zaan’ en heeft dit gemeente op 25 november 2019 kenbaar gemaakt via een e-mail aan gemeenteraad en college. Het bouwplan betreft een gebouw van 13 verdiepingen wordt gesitueerd op 19 meter vanaf de ‘Witte Olifant’. De belanghebbenden geven aan dat met hen nooit overlegd is over het bouwplan. De werkgroep geeft aan te vrezen voor schaduwwerking en verhoogde windbelasting, met mogelijke schade aan de Witte Olifant tot gevolg. In de afgegeven omgevingsvergunning voor de Witte Olifant staan waarden van de geluidsbelasting van het spoorwegverkeer, na een door de werkgroep verrichte meting, is geconstateerd dat deze waarden hoger zijn dan in de omgevingsvergunning is vermeld. Het bouwen van een 13 verdiepingen hoog gebouw op 19 meter afstand van de Witte Olifant, zal weerkaatsing en nagalm veroorzaken op de voorgevel, waardoor de geluidsbelasting nog hoger gaat worden, zo vreest de werkgroep.
- 5. Ontwikkeling IKC Overtuinen/ Marga Klompéstraat, Zaandam
Omschrijving casus: Belanghebbenden willen zorgen dat er een verkeersafwikkeling komt bij de nieuwbouw van een school en niet in hun straat. Stelselmatig wordt hen informatie onthouden. Om deze reden voelen zij zich genoodzaakt tot het indienen van Wob-verzoeken. Zij dienen ook een handhavingsverzoek in om de verplichte (op grond van de verleende omgevingsvergunning) 58 parkeerplaatsen te realiseren. Deze parkeerplaatsen worden uiteindelijk aangelegd. Vervolgens werd hun handhavingsverzoek afgewezen om reden dat er bij een schouw ter plaatse, ‘opeens’ 58 parkeerplaatsen gerealiseerd bleken te zijn.
- 6.Gebiedsvisie Balkenhaventerrein, Zaandam
Omschrijving casus: In 2013 sloot gemeente Zaanstad met een projectontwikkelaar een intentieovereenkomst die onder meer betrekking had op de vrijstaande woning en bijbehorende grond (+\- 3000 m2) van een familie aldaar. In deze overeenkomst was letterlijk opgenomen dat de projectontwikkelaar “zich zal inspannen om de aan de (…) [familie] in eigendom toebehorende delen van de locatie in eigendom te verwerven”. De familie wist op dat moment echter van niets en kwam hier pas veel later achter.
Daarbij heeft de familie geen vrije toegang tot hun huis. De ontwikkelaar plaatste namelijk een elektrische poort op de enige openbare weg die toegang geeft tot hun woning. De gemeente heeft dit hek (evenals andere zaken) naderhand gelegaliseerd. Elke keer als de familie het hek wil openen, moeten zij bellen naar een inbelservice. Hierover is een programma gemaakt door BNNVARA aflevering, Het hek van de Hemkade. (link: https://episode-one.com/productions/opstandelingen-seizoen-2/)
Diezelfde projectontwikkelaar kan mogelijk ook bewerkstelligen dat bewonerskamp Zaanderhorn (kermisexploitanten) moet wijken voor zijn plannen. Dit terwijl de gemeente de locatie van de kermisexploitanten sinds 1924 officieel en dus legaal aan hen heeft toegewezen als stand- en dus woonplaats. Tevens is een gedeelte van een openbare weg van het Zaanderhorn aan de projectontwikkelaar verhuurd, hetgeen in strijd is met de geldende wet -en regelgeving.
Participatie of acceptatie, het verschil is het hebben van daadwerkelijke invloed
Participatie is succesvol wanneer de participatie van invloed is en dus een aanwijsbaar effect heeft op het voorliggende plan. Doel van participatie zou moeten zijn om tot een gedragen plan te komen. Bewoners kunnen hun mening uiten, maar het is van belang dat deze inbreng ook daadwerkelijk leidt tot het onderdeel uitmaken van een plan, dan wel tot aanpassing van een plan leidt.
Bezwaren van bewoners zijn grofweg:
- Zij worden niet of te laat bij de planvorming -en ontwikkeling van een bouwplan betrokken. De gemeente hoort hun inbreng aan, maar zet dit niet om in concrete aanpassing van een plan;
- De criteria op basis waarvan belanghebbenden meer of minder invloed hebben op plannen wordt niet duidelijk gemaakt door de gemeente, in veel gevallen wordt ook niet duidelijk gemaakt op basis waarvan belanghebbenden als zodanig worden aangeduid, los van de criteria in de Awb (Algemene Wet Bestuursrecht;
- Belanghebbenden evenals gemeenteraadsleden moeten regelmatig Wob-verzoeken indienen om informatie te ontvangen. De gemeente voldoet niet aan haar, middels de middels de Gemeentewet en Wet openbaarheid van bestuur (die per 1 mei 2022 wordt vervangen door de Wet open overheid), verplicht gestelde, ‘actieve informatieplicht’. Tevens worden gedane toezeggingen door het college van B&W evenals door de gemeenteraad aangenomen moties (met als doel om beleid bij te sturen) niet opgevolgd;
- Zij herkennen zich niet in verslagen van overleggen met de gemeente c.q. ontwikkelaar;
- Zij worden niet als een serieuze gesprekspartner gezien de gemeente en ontwikkelaar.
De ombudsman van de Metropool Amsterdam schreef onlangs in een brief d.d. 1 februari jl. aan de gemeente Amsterdam:
‘Als het om planontwikkeling gaat is men binnen de gemeentelijke ruimtelijke sector opvallend weinig bekend met (…) de beginselen van behoorlijk bestuur.’
Een constatering die ik herken ten aanzien van de situatie in Zaanstad, zoals bijvoorbeeld al blijkt uit de hierboven aangehaalde, niet uitputtende opsomming, van hetgeen bewoners ondervinden.
De Awb bepaalt dat de gemeente een besluit zorgvuldig moet voorbereiden, de nodige kennis moet vergaren over de relevante feiten en de af te wegen belangen en de belangen van derden bij de besluitvorming moet betrekken. Daarnaast mag het te nemen besluit niet onevenredig zijn voor een of meer belanghebbenden in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen en moet een besluit worden gemotiveerd. Los van concrete wettelijke participatieverplichtingen in sectorale wetgeving zoals de Omgevingswet, speelt de vroegtijdige inbreng van derden reeds op basis van de Awb een belangrijke rol bij het maken van de belangenafweging door de gemeente.
De gemeente Zaanstad heeft in reactie op alle gevallen waarbij participatie te laat, of niet (goed) tot stand is gekomen ter verbetering van dit proces een ‘startnotitie’ geïntroduceerd. Dit geldt echter vooralsnog voor één specifiek project. Hierbij krijgt de gemeenteraad de gelegenheid om in een vroeger stadium afspraken te maken over de wijze waarop de participatie in dit project wordt ingevuld. Er is geen eenduidige werkwijze voor participatie opgesteld, met duidelijke spelregels en afwegingsinstrumentarium. Participatie is ook niet in de ruimtelijke planprocessen verankerd. Met andere woorden: participatie is bij gemeente Zaanstad vrijblijvend.
Conclusies en verzoek aan de Provincie
De conclusie moet zijn dat de toepassen van het participatie, door het ontbreken van concreet beleid, in Zaanstad structureel faalt waarbij belangen van bewoners ondergeschikt worden gemaakt aan private belangen. Daarnaast bestaat er grote onduidelijkheid over de financiële consequenties voor Zaanstad van alle geplande bouwplannen. Voldoende draagvlak voor bouwplannen is volgens Democratisch Zaanstad een belangrijk uitgangspunt en zou niet afhankelijk moeten zijn van politieke processen.
Democratisch Zaanstad heeft de afgelopen jaren tevergeefs geprobeerd om het college van Zaanstad ervan te overtuigen dat zij haar taken als hoeder van de belangen van al haar inwoners op dit punt structureel verwaarloosd. De gemeente dient zich bij al haar handelen te houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Met het ontbreken van een zorgvuldige belangenafweging tussen het publieke belang versus het private belang en een concreet vastgelegd participatiebeleid, verankerd in planprocessen, schendt zij deze beginselen.
Volgens de wet Interbestuurlijk toezicht op gemeenten is de provincie onder meer toezichthouder ten aanzien van ruimtelijke ordening, bouwen en huisvesting en is dit toezicht gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken.
Wij verzoeken U daarom tot het opstellen en uitbrengen van een advies aan de gemeente Zaanstad, ten aanzien van de Provinciale toezicht domeinen ‘informatiebeheer’ en ‘omgeving’. In dit advies zouden de aspecten zoals beschreven in deze brief wat ons betreft aan bod moeten komen, waarbij tevens de vraag over financiële haalbaarheid en consequenties voor Zaanstad onderzocht zou moeten worden.
Voor een nadere toelichting beschikbaar, verblijf ik hoogachtend,
Juliëtte Esmée Rot
Fractievoorzitter Democratisch Zaanstad.
Artikel Zaanstad.nieuws.nl:

Nieuws
Uitstel interpellatie ‘Vertrouwen in openbaar bestuur’
Brief aan leden van de gemeenteraad en burgemeester

Brief aan leden van de gemeenteraad en burgemeester:
Uitstel interpellatie ‘Vertrouwen in openbaar bestuur’
Geachte leden van de gemeenteraad, geachte burgemeester,
Enige tijd geleden hebben wij verzocht om het college te bevragen over de gang van zaken ten aanzien van de juridische procedure over onze verkiezingsborden. Omdat het handelen in deze procedure invloed heeft op het vertrouwen in het openbaar bestuur, hebben wij de interpellatie deze titel meegegeven. Het vertrouwen in het openbaar bestuur is in geding als de overheid zich niet houdt aan vastgestelde procedures. Op 25 mei a.s. staat deze op deze interpellatie agenda voor de raadsvergadering.
Met dit bericht verzoeken wij u om de behandeling van de interpellatie uit te stellen tot na het zomerreces. De reden hiervoor is dat er een andere situatie is ontstaan, waardoor het voor een meervoud van redenen beter is de interpellatie uit te stellen. De redenen hiervoor zijn:
– Na het aanvragen van het interpellatiedebat is er wéér nieuwe informatie naar voren gekomen (zie hieronder), waarover aanvullende vragen zijn gesteld. Deze informatie is voor de interpellatie van belang, het is van groot belang dat u en wij alle informatie tot onze beschikking hebben.
– Daarnaast hebben wij onlangs de toezegging gekregen dat er een nieuwe zitting plaats gaat vinden bij de hoor- en adviescommissie. Tot op heden heeft de gemeente het dossier richting deze commissie van nieuwe informatie voorzien, terwijl de zitting al had plaatsgevonden.
– Tenslotte heeft het college een raadsinformatiebrief u en ons doen toekomen die impact heeft op de interpellatie.
Na de hoorzitting van 7 februari jl. is gebleken dat wij ons bezwaar tegen het voornemen van de last onder dwangsom en de opgelegde dwangsom, nader mochten onderbouwen. Om onze nadere onderbouwing vorm te geven, hebben wij gevraagd of er wellicht aanvullende informatie beschikbaar was. Dat bleek zo te zijn, maar pas nadat wij onze nadere onderbouwing hadden ingediend bij de externe hoor- en adviescommissie.
Als gevolg van deze aanvullende informatie, hebben wij een aantal vragen gesteld die nog niet beantwoord zijn. Ook als gevolg van deze aanvullende informatie, heeft de burgemeester ons op 10 mei jl. een e-mail gestuurd met een uitleg van de gang van zaken.
Naar aanleiding van deze e-mail hebben wij gevraagd om onderbouwing van de uitleg. En ook de externe hoor- en adviescommissie hebben wij gevraagd om een extra hoorzitting. De voorzitter heeft besloten dat deze hoorzitting gehouden zal worden, deze zal plaatsvinden op 21 juni 2023 om 17:15 uur.
Democratisch Zaanstad hecht waarde aan een zorgvuldig proces waarbij de gemeenteraad goed geïnformeerd is en daarmee in de positie is om de interpellatie inhoudelijk te kunnen behandelen. Vanwege bovenstaand uitgelegde situatie is er sprake van een onvolledig beeld van de feiten en omstandigheden.
Om deze redenen willen wij onze interpellatie uitstellen tot na het zomerreces, dit ook vanwege de afwezigheid van de burgemeester vanaf medio juni. Na het zomerreces nemen wij graag het initiatief om, voorafgaande aan de interpellatie, het verzoek in te dienen tot het houden van een Zaanstad Beraad over de raadsinformatiebrief van 17 mei jl. met als onderwerp ‘Juridische procedure verkiezingsborden’. Wij zullen dan ook zorgen voor het feitenrelaas. De voorzitter van de gemeenteraad vragen wij, op het eerste moment daarna, onze interpellatie te agenderen.
Indien er vragen bij u bestaan dan kunt u ons benaderen voor een toelichting.
Met vriendelijke groet,
Juliëtte Esmée Rot
Fractievoorzitter Democratisch Zaanstad
Bestuur en financiën
Vertrouwen openbaar bestuur loopt deuk op vanwege inzet ambt wethouder Slegers (CDA) voor politiek gewin in verkiezingstijd
Het college eiste van Democratisch Zaanstad excuses, maar gaat zelf over de schreef

Al eerder is bericht en door diverse media geschreven, over de problemen die Democratisch Zaanstad ondervindt in haar relatie met de gemeente en specifiek over hoe de gemeente om is gegaan met door ons geplaatste verkiezingsborden.
Afgelopen week is er nieuwe informatie naar boven gekomen die ons verontrust en waaruit blijkt dat de gemeente en wethouder Slegers, destijds tevens lijsttrekker van het CDA, zijn functie heeft ingezet om handhaving af te dwingen, op de door ons geplaatste verkiezingsborden, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2022.
De laatste ontwikkelingen
Over de voorgeschiedenis is veel gezegd en geschreven. Na de hoorzitting van 7 februari 2023 is na doorvragen nieuwe informatie naar boven gekomen, die ons beeld bevestigen dat de gemeente en de wethouder zich niet aan eigen regels houden, waardoor er sprake is van integriteitsschending en verlies van vertrouwen in het openbaar bestuur.
Eén van onze bezwaren is dat, volgens de interpretatie van de gemeente, het plaatsen van verkiezingsborden een overtreding is waar op basis van een formeel schriftelijk handhavingsverzoek op mag worden gehandhaafd. Dit handhavingsverzoek blijkt er uiteindelijk, na veelvuldig doorvragen, niet te zijn waardoor de juridische basis voor deze hele zaak wegvalt. Afgerond zou je zeggen. Maar waarom er dan wel is gehandhaafd heeft ons geschokt.
Het college eiste van Democratisch Zaanstad excuses, maar gaat zelf over de schreef
In antwoord op onze vragen blijkt dat de afdeling handhaving in actie is gekomen n.a.v. een telefonisch verzoek van wethouder Slegers, tevens op dat moment lijsttrekker van het CDA. Hiermee is niet alleen de afdeling handhaving de fout in gegaan (het betreft immers geen formeel schriftelijk verzoek), ook is wethouder Slegers zijn bevoegdheid te buiten gegaan.
Sterker nog, in campagnetijd heeft hij zijn positie als wethouder ingezet voor eigen politiek gewin, waardoor sprake is van (de schijn van) niet integer handelen.
Maar het is niet bij een telefoontje gebleven, ook de locaties van de borden heeft de wethouder aan de afdeling handhaving doorgegeven, voorzien van controlevragen om te weten te komen of de borden wel echt weggehaald waren.
Er is ons gevraagd om onze excuses aan de afdeling handhaving aan te bieden, zodat wij de dwangsom niet zouden hoeven betalen, terwijl de last op dwangsom wel voor onbepaalde tijd geldt (nu nog!). Vooral vanwege het laatste konden wij hier niet mee akkoord gaan. En wij zijn blij dat wij niet akkoord zijn gegaan, want het blijken vooral de gemeente en de lijsttrekker van het CDA te zijn die over de schreef zijn gegaan.
Ruim een jaar voorgelogen
We zijn inmiddels ruim een jaar verder. Het heeft Democratisch Zaanstad veel tijd gekost om goed onderbouwd aan te geven dat deze dwangsom onterecht is opgelegd. Ook heeft Democratisch Zaanstad al ruim een jaar geprobeerd alle stukken op te vragen bij de gemeente, waaronder dus het vermeende handhavingsverzoek.
Deze kwam maar niet, mailtjes van de afdeling handhaving en juridische zaken gaven eerder aan dat er niets was of er werd gemeld ‘dat DZ het niet nodig zou hebben om haar zaak te kunnen onderbouwen’. Pas na veelvuldig doorvragen kregen we de appjes binnen waarin duidelijk werd dat wethouder Slegers opdracht heeft gegeven tot het verwijderen van de borden en het handhaven op de borden.
Zowel de afdeling handhaving als wethouder Slegers hebben hier, ondanks veelvuldige vragen, niet eerder openheid van zaken gegeven. Dit maakt dat het vertrouwen in de wethouder en de afdeling handhaving en juridische zaken een flinke deuk heeft opgelopen.
Al eerder bleek ook dat onze zienswijze die wij vorig jaar hebben geschreven toen de dwangsom werd opgelegd, niet meegestuurd was door de organisatie naar de externe hoor -en adviescommissie en ook de whatsapps van wethouder Slegers is deze commissie voor haar oordeelsvorming over de zaak, onthouden.
Om deze reden zullen wij een interpellatiedebat aanvragen en het behoeft verder weinig uitleg dat het vertrouwen in het college ernstig is geschaad.
Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling
Klimaatneutraal in 2040: Wat vindt jij?
De illusie van de maakbare samenleving, grenzeloze ambities en geen keuzes hoeven maken.

In de rubriek ” Fracties nemen stelling ” van het Zaans Stadsblad reageren politieke partijen in Zaanstad op de volgende stelling:
” Als Zaanstad in 2040 klimaatneutraal wil zijn, moet de gemeente de grotere Zaanse bedrijven steviger aanpakken als het gaat om energiebesparing “
Democratisch Zaanstad is het oneens met deze stelling en is van mening dat:
Bedrijven, inwoners, verenigingen, boeren, ondernemers: de overheid staat in hun dienst en moet zich niet opstellen als almachtige, alwetende en allesbeslissend orgaan. Problemen zijn er om samen op te lossen en “stevig aanpakken” is een allerlaatste redmiddel. Daarnaast dient de gemeente(raad) reële en haalbare doelen te formuleren en bedrijven mogen hierdoor niet in een faillissement terecht komen en inwoners in armoede belanden om maar te ‘verduurzamen’.
Maar wat vinden de andere partijen?

Maar wat vindt jij ?
Laat het ons weten:
-
DZ3 maanden geleden
Word lid van Democratisch Zaanstad
-
Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid3 maanden geleden
Gemeente stopt direct met verklaring bij offerte en afkoop erfpacht
-
Bestuur en financiën3 maanden geleden
DZ in discussie met stadhuis over beantwoording vragen
-
Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid4 weken geleden
-UPDATE- Huizen Westzaan nog maanden aangewezen op aggregaat!
-
Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling2 maanden geleden
Klimaatneutraal in 2040: Wat vindt jij?
-
Wonen, vastgoed, buitenruimte, bereikbaarheid2 maanden geleden
Verdiept spoor Guisweg van de baan
-
Milieu, duurzaamheid, ruimtelijke en gebiedsontwikkeling2 maanden geleden
DZ op de bres voor behoud Pallethandel De Boer
-
Bestuur en financiën3 weken geleden
Vertrouwen openbaar bestuur loopt deuk op vanwege inzet ambt wethouder Slegers (CDA) voor politiek gewin in verkiezingstijd